Anny Bert: Halloween

anny-bert-columns2

Column, 27/10/2017 –  Tabita spoedde zich naar het tuinhuisje. Ze had grote patatten nodig want in de aanloop naar Halloween wilde ze een vurig recept uitproberen, iets waarmee ze het temperament van haar Pablo ver boven kamertemperatuur zou tillen.

In het midden van haar lange blonde lokken had ze reeds een felrode strook die haar vriendin-kapster, Rosita, de vorige week vakkundig had aangelegd. De dikke zwarte wrat met stoppels erin, zou de kapster pas later monteren. Ze mocht nog in haar patatas diabólicos naamloos en schaamteloos verdwijnen en zulke wrat prikt men heel moeilijk op zijn vork, ook al heet men Pablo.

Eveneens met haar tanden wachtte ze nog. Die lagen nog in de schedel met flikkerende ledlampjes op het nachtkastje dat was ingepakt met kunstvol rag en veel draden. Het paar had maandenlang het internet afgeschuimd op zoek naar echte tanden, ze hadden zich letterlijk in de zoektocht vastgebeten tot ze terechtkwamen op “Hapklaar”, maar dan in het Taiwanees. Een week later stopte voor hun deur een soort bakfiets in rood en zwart en op het deksel afbeeldingen van Chinese draken en lampions. Een magere man met spleetogen, met een lange dunne vlecht en met een klein pakje belde aan. De tanden, de buffeltanden, de waterbuffeltanden waren aangekomen. Het griezelen kon beginnen. In het pakje stak ook het beloofde certificaat van echtheid, een soort waarborg met gouden rand en fraaie onleesbare tekens, kortweg waterbuffeltandencertificaat genoemd. Eigenlijk stond er : Deze tanden van een rund werden ons geleverd door het slachthuis van Velzeke. Zich zelf ook een 3e  en 4e  rij tanden aanschaffen, had Pablo financieel incorrect gevonden.

Zijn vrouw kickte nu eenmaal zo erg op griezel en horror.

Ze zou zelfs de woning van de naaste buren kortstondig inpalmen rond Halloween om steeds meer en verder uit te breiden, de tarantula’s groter te kiezen, de heksen met hun 2 m op een nog langere bezemsteel te monteren, lawaaierige padden nog verder te laten springen.

Een eenvoudige doortocht naar het schuurtje bood het tuinpad niet met de sikkel en het geraamte, de vleermuizen en de bloederig afgesneden hand, de heksenketel en de pompoen met lichtjes erin, de schaal met echte nephersenen en de beker met echt nepbloed, de duivelsvork, de zwarte raaf, de bijl met rode spatten.

Ze laveerde tussen al het mooie dat Amerika ons ooit bracht nog vóór Trump ons werd geserveerd, in pure Halloweenstijl, net als Johannes de Doper lang geleden : het hoofd in het midden van een schotel op een bedje van sla en waterkers en niet met een voldaan toekijkende Salome maar een Melania.

Het raam van het tuinhuisje zat kunstvol verborgen achter een enorm web waarin gerust King, de attractiekrab van vishandel De Kust , had kunnen resideren. Maar die was er niet, Tabita wel. Ze draaide de sleutel waaraan een zwarte adder bengelde met een ruk om en stapte naar binnen. Hoi potatoes ! Here I am ! Maar even later weerklonk een gil, een schreeuw, een oergeluid.   Paaaaablo ! Paaaaablo !

Het Aards Paradijs had nooit zulk gehuil meegemaakt, zelfs niet toen Eva voor het eerst het vijgenblad van Adam optilde. Pablo staakte onmiddellijk zijn activiteiten en plofte zijn haakwerk neer. Elk rag, hoe groot en complex ook, maakte hij zelf naar modellen uit het maandblad Hallohaak.

Over skeletten en drietanden ijlde hij richting schuur. Het geroep bleef maar duren en daar stond ze, zijn Tabita, versteend van schrik en wijzend naar de berg patatten. Daar ! was al wat ze kon uitbrengen. Helemaal boven op de stapel bintjes kroop een spin van het geslacht van de Normalae, niet XXL, zelfs geen medium maar een doodgewone, doordeweekse spin, ook soms op tocht op zondag.

Pablo stelde haar dadelijk gerust want hij wilde graag nog die dag zijn haakwerk afmaken. Hij troostte haar en zei enkel : We zullen frieten halen. Wat geschiedde.