E-mail uit Goeferdinge: op 28 december vieren we de ‘Onschuldige Kinderendag’

dddd.jpg

 

Alweer 10 jaar geleden, op 29 december 2007, stonden de deuren van het klooster van de Arme Klaren in Geraardsbergen open. We hadden in september 2007 op ‘Open Monumentendag’, het leegstaande klooster van de Arme klaren opengesteld om het leven van deze slotzusters, dat achter de muren plaatsvond, aan het publiek te tonen en toe te lichten. Omdat we toen niet iedereen konden rondleiden, om 19u stonden er nog een 300 mensen aan de  poort te wachten, deden we het op 29 december over. Het was de dag waarop ’s avonds de Magische Nachten van Geraardsbergen aanvatten. Geert Van Bockstaele en ik hadden ons als gidsen voorgenomen om enkele typische anekdotes te vertellen, het meest opvallende verhaal was dat over 28 december:

ecolumn uit goeferdinge karel-depelsemaeker-banner

Op 28 december is het ‘De Dag Onschuldige (of Onnozele) Kinderen en dan werden de rollen in het klooster omgeruild. De non van de laagste rang, meestal ook de jongste, nam de taak van Moederoverste over. De zusters mochten zich op deze dag verkleden en er werd de hele dag plezier gemaakt. Er werd ook rijkelijker gegeten dan gewoonlijk: chocolade, krentenbrood en cacaomelk stonden op deze feestdag al bij het ontbijt op tafel.

In werkelijkheid hielden de nonnetjes hiermee een eeuwenlange traditie in stand want al in het middeleeuwse Europa was het de gewoonte om op deze dag ‘kerkelijke zottenfeesten’ te houden.  Dit kon ook op de dag Driekoningen of op Vette Dinsdag, de vooravond van de Vasten, gebeuren.

Tijdens deze zottenfeesten namen koorknapen en lagere geestelijken in de kathedralen en kapittelkerken de autoriteit van de bisschop en de kanunniken over en maakten er hun eigen versie van, al dan niet in combinatie met een ludieke optocht door de stad. Ze verbranden schoenzolen als wierook en aten vette worsten aan het altaar. Zo een zottenfeest gaat terug op het verhaal, uit het nieuwe testament, van koning Herodes die vermoedde dat het pasgeboren kind, waarover de Drie Wijzen hem vertelden, een gevaarlijke concurrent voor de troon was. Daarom beval hij alle jongens onder de twee jaar in Bethlehem te doden. Sinds de vijfde eeuw hebben de christenen dan de omgebrachte jongetjes van Bethlehem als de eerste martelaren beschouwd: zij werden immers gedood omwille van Christus.

De naam ‘Onnozele Kinderen’ wekt soms bevreemding: ‘Onnozel’ komt van onnosel, de Middelnederlandse vertaling van het Latijnse woord innocens (innocent in het Frans en het Engels), dat ‘onschuldig’ en ‘onschadelijk’ betekent. ‘Onnozel’ betekende al vrij snel ook onwetend, naïef, dom en dwaas. Zo kwam het dat het kerkelijk feest van Onnozele Kinderen in de Middeleeuwen samenviel met het volkse Dwazenfeest, dat zijn wortels had in de heidense midwinterrituelen en het Romeinse ‘Festum Puerorum’, een feest dat in de negende   eeuw door de kerk werd verboden. Het had het karakter van een narrenfeest, waarin Oosterse, Romeinse en Keltische elementen te herkennen waren. Het kerkelijk verbod werd in vele landen aan de laars gelapt, totdat na de elfde eeuw het Sinterklaasfeest de overhand kreeg en het Festum Puerorum werd gekerstend ( = gerecupereerd in het katholieke geloof).

Het kindgerichte Sint-Nicolaasfeest heeft het folkloristische Onnozele Kinderen uiteindelijk in de dertiende eeuw verdrongen.

Maar we mogen zeker niet vergeten dat het vieren van carnaval bij de ‘Dag van de Onnozele Kinderen’ zijn oorsprong vindt, want Vastenavond (vroeger Vastelavond) lijkt in kloosters en kerken ooit serieus gevierd te zijn. Dat gebeurde meestal onder het goedkeurende oog van de kerkelijke en wereldlijke autoriteiten. Mystici hadden het zelfs over het hemelse carnaval der zielen als de toestand van opperste zaligheid bij God. Carnaval is een uitbundig feest aan de vooravond van de christelijke 40-daagse vastenperiode voorafgaand aan Pasen. In de Nederlandse taal, in tegenstelling tot andere talen waarin het woord al sinds de middeleeuwen gebruikelijk was, duikt de term carnaval pas in het midden van de 17de eeuw op. Vandaag is het echter een gebruikelijke term.

Ten slotte nog een weerspreuk in verband met de Dag van Onnozele Kinderen ‘Het weer dat Kinderdag wil komt terug ook in april.’

Laat ons hopen dat vanaf 2018, over de hele wereld, alle pedofielen, alle gefrustreerde terroristen en alle ‘koningen Herodus’ beseffen hoe kwetsbaar een kind wel is. ‘Wie een kind deert, is deze wereld niet weerd.’ zou de leuze van ’t nakende nieuwe jaar kunnen ( eigenlijk moeten) worden.

Karel De Pelsemaeker.

  1. Het feest, van de onschuldige kinderen, gaat terug op het verhaal uit het nieuwe testament van koning Herodes die vermoedde dat het pasgeboren kind, waarover de wijzen hem vertelden, een gevaarlijke troonpretendent was. Daarom beval hij alle jongens onder de twee jaar in Bethlehem te doden. Er zijn plaatsen waar dat feest gepaard gaat met een kinderzegening. Er zijn vandaag echter nog veel ‘onschuldige kinderen’ die het slachtoffer worden van het machtsspel van volwassenen. Misschien is 28 december wel de ideale dag om dat feit onder de aandacht te brengen.

De kindermoord : zodra Herodes bemerkte, dat hij door de wijzen om de tuin was geleid, ontstak hij in hevige toorn; hij zond zijn mannen uit en liet in Bethlehem en heel het gebied daarvan al de jongens vermoorden van twee jaar en jonger, in overeenstemming met de tijd waarnaar hij de wijzen nauwkeurig had gevraagd.    — Kdp. –