Geraardsbergen, 24/02/2018 – Een beschouwend gedicht van Karel De Pelsemaeker.
Dubbelfeesten in Geraardsbergen
De meeste bomen op de heuvel boven de oude stad
stonden als een grijsbruin bos nog zonder bladeren.
De beuken, de esdoorns en de eiken tegen de grijze lucht
en het Heilig Hartbeeld, reuzegroot en met bladgoud bedekt,
straalde achter de Sint- Bartholomeuskerk in ruil voor de zon.
In het dal langs de rivier, die dwars door de stad loopt,
klonk muziek: de stadsharmonie met groot gevolg trok naar
de heuveltop naar de kapel nabij de waterbron.
Iedereen was kleurig aangekleed, ze beelden in een fabelachtige
Stoet sagen uit met veel inhoud over hun verleden: hoe, in
vorige tijden, de hovelingen soms feestvierden soms streden.
De Graaf van Vlaanderen, Boudewijn VI, de stichter van de stad
liep naast de edele heer Gerald van Hunnegem; ook hun veroveraar
Walter van Edingen samen met zijn soldaten defileerden mee, te paard.
De vier seizoen, uitgebeeld door mensen die op dragqueens leken,
dansten kunstig naast twee vuurspuwers op stelten
ze werden gevolgd door Walmke Woe en sneeuwmannetjes
die dansten tot ze smolten in hun zweet.
Choreografe Ann Van den Broek had eens moeten zien
hoe iedereen bewoog op het ritme van muziek
zelfs de Keltische druïde zwaaide zijn maretak op maat.
Ineens kreeg iedereen een grote eetlust!
Ook de Oude Belgen stapten mee, ze roosterden een fijn stuk ree.
Anderen droegen maanden vol mastellen, ook gerookte haringen,
aquariums met levende vissen en tonnen vol wijn
kwamen in deze lange stoet voorbij!
Ik heb me nadien laten vertellen dat het dubbelfeest van Krakelingen
en Tonnekensbrand werd gevierd. In Geraardsbergen doen ze dat
met wijn, vissen en zonnebroden, deze laatste heten daar mastellen.
Ze gooien ze in de bovenstad, vanaf de oudenbergtop, met duizenden ten
grabbel! Ze drinken daar eerst als lenteoffer ‘levende visjes in wijn!’
En ’s avonds, stipt om acht uur, steken ze het grote lentevuur
“Tonnekensbrand” aan.
En ’s avonds, en ’s avonds, en ’s avonds dan dansen ze,
de winter de wereld uit.
En ’s avonds, en ’s avonds, en ’s avonds dansen ze
in een gloed van het vreugdige lentevuur!
Karel De Pelsemaeker.