Openbaar vervoer op maat als remedie tegen eenzaamheid


Geraardsbergen. Recent geluksonderzoek heeft aangetoond dat bijna de helft van de respondenten zich soms tot altijd alleen voelt. Eenzaamheid kent vele vormen en oorzaken. Het verlies van mobiliteit vormt er één van. Oudere mensen die in een buurt met een verhoogde immobiliteit leven, lopen een groot risico op éénzaamheid.

Schrijnende toestanden
In Geraardsbergen is een vijfde van de bevolking ouder dan 65 jaar. Gezondheidsredenen en slecht georganiseerd openbaar vervoer liggen aan de oorzaak van het verlies van mobiliteit. ‘Ik kreeg onlangs een mail doorgestuurd ‘, zegt schepen van o.a. ouderenbeleid en eenzaamheid Kristin Vangeyte (Open Vld), ‘van 80-igers die in Zandbergen wonen en te voet een afstand van maar liefst 1,2 km naar een dichtstbijzijnde bushalte moeten afleggen… Er bestaat ook geen mogelijkheid om een belbus te laten komen. De man lijdt aan dementie. Hij is de enige met een rijbewijs maar mag dus op doktersbevel niet met de wagen rijden.   Dit zijn inderdaad heel erg schrijnende toestanden. Door de slechte vervoersmogelijkheden kunnen oudere mensen niet meer naar de stad en lopen ze het risico om niet meer in hun vertrouwde woning te kunnen blijven.’

Openbaar vervoer op maat
‘Ik doe een oproep aan de Lijn (verzelfstandigd agentschap van de Vlaamse Overheid) en het departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse Overheid om de goede voorbeelden in Nederland hier ook in te voeren. Daar brengen buurtbusjes immobiele mensen naar de bibliotheek, de huisarts, het winkelcentrum, het station of het ziekenhuis.’

Volgens schepen Vangeyte is er in Nederland vervoer op maat en op vraag, onafhankelijk van de plaats waar je vertrekt. ‘Immobiele mensen hoeven zich dan niet te verplaatsen naar een afgelegen halte langs een drukke steenweg. Waarom kunnen we in Vlaanderen deze oefening niet maken?’

‘Door het openbaar vervoer beter af te stemmen op de vraag en de behoefte van immobiele mensen doorbreken we niet alleen de eenzaamheid, maar stellen we ons ook nog klimaatvriendelijk op.’

Julien Borremans