Anny Bert: Revalideren

Was je al in een revalidatiecentrum ? Lees dan verder.

Was je er nog nooit ? Zing halleluja in walstempo maar ook als mars, zelfs al is de Heer allang verrezen.

Van een doortocht kan je niet spreken, evenmin van eventjes binnenwippen. Als je er eenmaal neerstrijkt, dan blijf je want je wil van die pijnlijke rug afraken, een voet krijgen die niet langer “drop” zegt, een stramme arm weer soepel krijgen zodat je ook met een stuk karton met slogan achter Anuna kan stappen in een betoging, kortom revalideren.

Een kennis die kort voordien in EZ al een klantenkaart had en na een heupoperatie de do’s en don’ts  van de revalidatie had leren kennen, vernoemde ene Karolien en een Mieke maar waarschuwde me tegelijk voor de mannelijke valkuilen die wat hadden met háár speciale vorm van humor maar daar ook direct de húnne tegenover stelden. Diezelfde kennis had in mijn telefonische ondertoon gehoord dat ik niet popelde om tot actie over te gaan, lees : dagelijks naar het ziekenhuis en de revalidatie te pendelen. Ze wist zelfs mijn gevoelige snaar liggen en bespeelde die meesterlijk door dat revalidatiecentrum te vergelijken met één grote speeltuin. Ik wilde echter afwachten en pas na een eerste bezoek oordelen of ik mijn emmertjes en schepjes zou meenemen. Ze wenste me goeie moed maar die grijnslach van haar  merkte  ik niet.

Ik zag heel wat dat draaide maar kon niets, maar dan ook niets vinden dat me aan een kindermolentje deed denken. Ik had zelfs lichtjes gerekend op bonnetjes en op een heuse floche. Niets daarvan ! Maar Karolien  was er wel. Je moest wel een zekere bedrevenheid aan de dag leggen want voor je ’t wist, was ze uit beeld en enkel een korte luchtverplaatsing herinnerde aan haar doortocht.  En toch ontdekte ik  haar niet weer. Ik deed nochtans mijn uiterste best want ik had tijd. Mieke had al pogingen aangewend om er mijn linkervoet door draaibewegingen uit te schroeven maar dat lukte gelukkig niet : mijn moeder en vooral mijn vader hadden nagelaten draad te trekken op dat onderdeel. De voet bleef waar hij hoorde, helemaal onderaan. Ze zocht het dan maar hogerop en eigenlijk verwachtte ik elk ogenblik Jingle Bells te horen weerklinken want Mieke had intussen voor een soort kerstverlichting op mijn been gezorgd met heelwat draadjes en kortsluitingen maar zonder veelkleurige lampjes.

Ik behoorde plots tot de orde van de aalachtigen, de sidderaal dan nog wel. Ze vond dat ik oud genoeg was om gans alleen te sidderen en met een beate glimlach verplaatste ze haar activiteit naar de overkant, daar waar gordijnen elke vorm van voyeurisme beletten.

Ik telde de haartjes op mijn been maar echt ontspannend vond ik zulk tijdverdrijf niet. Ik keek dan maar wat verderop en daar zag ik hoe een potige, baardige kinesist het been van een stakker zomaar als een vlaggenmast tegen zijn schouder strekte, zomaar, zonder vergunning tegen een kinesistenschouder. Enkel nog de piratenvlag hing hij er niet aan. Ik voelde me gelukkig nooit mijn jawoord te hebben gegeven aan een kinesist want met de vlaggenmaststand had hij me nooit echt enthousiast kunnen maken.

Voor variatie zorgde wel de ergoterapie met  Karolien  als bezielster. Ik mocht beginnen met mij een paaseitje te kiezen, zwarte of witte chocolade want in een revalidatie bestaat geen discriminatie. Misschien was zoiets wel ooit in hun kinesistenopleiding in het eerste hoofdstuk van hun handboek opgenomen :

Hoe leid ik een martelsessie in met een zoethoudertje :

  1. a)Rond Pasen
  2. b)Doorheen de rest van het kerkelijk jaar ?

Was het onder invloed van de Ronde van Vlaanderen maar  Karolien  liet me fietsen. Aanvankelijk had ik moeite om de trappers rond te krijgen maar stilaan ging het vlotter. Op zeker ogenblik scheen ik over de Vlaamse wegen te scheren en bereikte ik een soort gewichtloosheid. Ik verdacht  Karolien  er zelfs van ongemerkt op de knop ZW te hebben gedrukt van “zweven”. Meer nog, ik verwachtte in de bocht zelfs plots een politieman die me zei :

Gaan we een keer blazen ? Zeg je op zulke momenten nee, dan weet je dat je een bijdrage zal mogen betalen aan het aperitief van het eerstvolgend eetfestijn van de Vrienden van de Politie. Baseer je je op het meervoudige “we” en vraag je droogjes : Ah ah, heeft mijnheer de Agent ook gedronken ? dan wordt het een deelname aan het aperitief én het dessert.

Karolien zette me weer met beide voeten op de grond. Ze had warempel al wat gans anders in de aanbieding. Ze stelde me voor aan een soort nauw, blauw wandelpad tussen twee baren. Ik zei “aangenaam” tegen het tuig maar kreeg geen antwoord. Later las ik ergens dat aluminium niet het beleefdste metaal is.

Er staken stokken dwars over mijn parcours waarover ik moest stappen. Wippen was t é gewaagd en bovendien moet men dan hinniken en thuis veel haver eten. Ik vatte de tocht met hindernissen aan met frisse moed maar voor ik het goed besefte, was ik aan het einde, niet via Godveerdegem of Grotenberge. EZ had geïnvesteerd in twee metalen buizen van 10m elk, geen 2 Km. Dat zou voor ernstige en dure verbouwingswerken hebben gezorgd.

Ik lette bij elke oefening nauwkeurig op met het linkeroog, met het rechteroog hield ik de klok in de gaten. Want die was er ook. En toen die klok het einde van een eerste revalidatiedag aanduidde, zegden Mieke en Karolien en Marcia en Annelies en een paar stagiairs “Tot morgen!”

Bij het naar buiten gaan, zong ik stil met Ramses Shaffy : We zullen doorgaan…