Anny Bert: Mis

Heb je dat ook al gehad dat iets tegenwringt ? Zijn het je BH-bandjes of zijn het je steunzolen of ben jij het zelf die tegenwringt ? Het liefst van al zou je willen dwarsliggen, dwarslopen, dwarszitten, ook met je kalender.

Het is een bloedhete dag geweest en je zit naast je zwembad plakkerig af te koelen met een spierwitte huid waarop de lagen zonnecrème zich hebben opgestapeld. Zelfs een bij of een mug geraakt niet bij dat ondergesmeerd velletje. Je kan die vette schutlaag er met een plamuurmes afhalen maar daar is niets mis aan. Het doet pijn maar de buren zullen er geen groepsbeoordeling van maken,  niets als : Zie ze daar nu zitten !

Je vindt iets veel beters. Je wil sfeer, gezelligheid, innerlijke warmte, en je haalt je kerstboom en je verlichting van het zoldertje boven de garage. Je steekt de lampjes aan en je speelt aangepaste muziek, Bing Crosby, Dean Martin, Nat King Cole, Doris Day en je maakt een gloeiendhete glühwein met extra veel kaneel, mierenzoet, plakkerig zoals je huid. Je neemt je warmste wollen plaid en legt die op je kleffe, halfnaakte onderlichaam, daar waar het MIS-hormoon huist. Mis. Dat is nu eens echt mis van jou. En je geniet.

Je bent eigenlijk al een ganse dag bezig met in je hoofd de inventaris op te maken van al wat je reeds mis gedaan hebt. Terwijl Frank Sinatra kweelt, besef je wat je je dochter op haar eerste dag in het secundair onderwijs aandeed door haar geen brooddoos mee te geven of haar zelfs niet al van begin augustus van eetbonnetjes te voorzien. Je had nochtans een stencilmachine en met één zwaai aan de zwengel had je er zelfs 20 kunnen drukken, goed voor de ganse maand september.  Dat was nu eens goed mis.

Terwijl Elvis Presley kweelt, bekijk je de slinger met lampjes en je ziet er de waslijn in, die waaraan de nieuwe pyjama van je zoon nog te drogen hing toen hij uren eerder vertrokken was naar de bosklassen. Het kind zou bij fris weer zijn jeansbroek moeten aanhouden of Adampje spelen en een geschikt vijgenblad zoeken. Dat was goed mis.

Terwijl Mario Lanza kweelt, stel je jezelf de vraag of er nu al fijne koperdraad zou bestaan waarmee je de naden van een meisjesbroek met je Singer kan verstevigen. Zo zou je nu een gezinsdrama kunnen vermijden want als 12-jarige met de fiets én met wapperende losse panden naar huis moeten terugkeren zoals je dochter toen, legt wel een hypotheek op de moederliefde. Zoiets noemt iedereen wel mis.

Terwijl Harry Belafonte kweelt, laat de plaid op je bijna gare knie ën los en neemt je als vliegend tapijt mee naar Glasgow Airport waar ze in een luchthavenbar je zoon van nog geen 12 met Schotse flair de deur hebben gewezen, de glazen schuifdeur nog wel. Daar staat hij nu naast een teckel en een poedel naar binnen te kijken, vol onbegrip voor wat de wet op het alcoholgebruik voorschrijft. Omdat hij toch de indruk niet mag krijgen niet meer tot het gehavende gezin te behoren en omdat je meent dat hij zijn tong ongewoon ver, én droog, naar buiten steekt, draag je hem een glas Schots water, misschien wel opgepompt uit Loch Ness. Wat later brengt een roodharige zus van Ed Sheeran de hondjes ook een beetje water, een bakje krijgen zij. Nu, jaren later, voel je dat je mis zat. Je had moeten vechten en liegen voor je kind. Je had hem met een judogreep moeten in de bar houden en de barkeeper uitleggen dat je zoon een uniek geval van eunuchoïde dwerggroei had en allang de drankorgelleeftijd had overschreden.

Plots is het stil. Harry Belafonte en al die anderen zijn moe gezongen. Je vindt dat je je dosis zelfbeklag verteerd hebt, je bergt het ganse kerstzootje weer op boven de garage en je trekt de stop uit het zwembadje. Het water loopt traag weg. Je kijkt nog eens om en nu weet je het al : als kleine Remi morgen weer wil ploeteren, dan mogen zijn ouders opnieuw blazen.

Dat was wel mis van jou.  Nog maar eens.