Molenbeek en waterbronnen zijn bepalend geweest voor vaste bewoning in onze gemeente

De Molenbeek werd jarenlang vervuild. Gelukkig startte in 2007 één van de grootste werken ooit in de deelgemeenten Balegem en Scheldewindeke met het doel de Molenbeek te zuiveren. Op 1 februari 2007 begon de eerste kraan van Aswebo te graven. Na twee jaar en veel ellende mocht het eindresultaat gezien zijn. Door de Molenbeek stoomt nu proper water. Eindelijk werd er geen afvalwater meer rechtstreeks in de Molenbeek geloosd. De Molenbeek kan weer ademen. Het afvalwater wordt nu gezuiverd. Het prijskaartje bedroeg finaal 9 miljoen euro. (Reporter 17, foto’s Danny De Lobelle).

Het project slaagde dankzij de goede samenwerking van Aquafin, TMVW, studiebureau Arcadis, Aswebo, nutsvoorzieningen en gemeentediensten Oosterzele. Aanvankelijk werden de werken gepland voor 7.060.439 euro (exclusief BTW). Met de noodzakelijke bijkomende werken: aanleg van riolering in de Pastoor De Vosstraat, Poststraat, Sint — Martensdries, Meerlaanstraat en de aanleg van voetpaden in een aantal straten die niet voorzien waren in het dossier, liepen de kosten op tot 9 miljoen euro. De werken waren dringend nodig, de Molenbeek dreigde een open riool te worden.

Het ontstaan van dorpen in de fusiegemeente is nauw verbonden met de Molenbeek en haar waterbronnen. Water speelde een heel belangrijke rol bij de keuze van een vestigingsplaats voor vaste bewoning. De Molenbeek houdt als een natuurlijk lint onze dorpen en gehuchten samen. De oudste vermelding van de Molenbeek wordt teruggevonden in de ‘costumen ende sagen van Lande Van Wiendicke 1280’. (Rijksarchief Gent).

waterbekken Balegem

Bron

bron Terstraten                                                                 bron Vosbroek (vroeger wandelbos Broek)

De Molenbeek ontspringt in de wijk Walzegem in Balegem. Vanaf Gontrode krijgt ze de naam Gondebeek. De 14 km lange beek mondt uit in de Schelde. Tussen bron (Balegem) en monding (Melle) bedraagt het hoogteverschil 64 meter. De bewoningskernen ontwikkelen zich dicht bij de beek. Langs de oevers van de beek waren water, weiden, kouters voldoende aanwezig om de primitieve woonsites te laten uitgroeien tot volwaardige dorpen langs de Molenbeek. Het aanwezig zijn van water,

a priori in een traditionele agrarische samenleving , was immers een levensnoodzakelijke vestigingsfactor voor mens en dier. Bewoningskernen ontwikkelden zich dicht bij de beek. De Molenbeek ontvangt de Rommelbeek, de Dorpsbeek, de Begijnebeek (Balegem), de Ettingenbeek en de Kerkesbeek (Scheldewindeke), de Driesbeek (Moortsele en Lemberge), de Gijzelbeek (grens Gontrode — Melle). De Molenbeek en de zij-beken vloeiden vroeger doorheen een landschap van hooilanden en bronbossen.

 

verdwenen brug over de rommelbeek

De Molenbeek fungeerde niet alleen als waterafvoerkanaal, ze was tevens een bron van energie. Met de kracht van het water worden molens aangedreven. Het is vooral vanaf de middeleeuwen dat men met het fenomeen watermolen geconfronteerd wordt. De watermolen aan het Muldershof dateert uit de 15 de eeuw. De molen bleef in werking tot begin jaren 1950. Nadien werd de maalderij ontmanteld en omgevormd tot woonhuis. In het monumentenjaar 1975 werd het waterrad gerestaureerd. Met veel dankzij de inzet van een werkgroep en comit é Leefmilieu. De Molenbeek was ook belangrijk voor de mandenmakers. Einde 19 de, begin 20 ste eeuw haalden de Balegemse mandenmakers hun ‘wemen’ aan de oever van de Molenbeek. In 1938 waren er nog een tiental mandenmakers in Balegem:   Alfons Baele (Bracht), Gustaaf Pien (Kattenberg), Joseph Pien (Dries), Emiel Uytterhaegen (Sint — Martens — Dries), Leon Joseph Van Dorpe (Kalle), Camiel, Gilbert, Urbain Van Immerzele (Kattenberg), Albert Van Temssche (Dorp). Bronnen: Lucien De Smet (Heemkundig Genootschap Land van Rode) en Rijksarchief Gent).       Reporter 17