Stadsbestuur Zottegem geeft negatief advies over vergunningsaanvraag slibverwerkingsbedrijf

Het stadsbestuur van Zottegem laat weten een negatief advies te hebben gegeven voor de vergunningsaanvraag van een slibverwerkingsbedrijf op het industrieterrein in Grotenberge. Verschillende argumenten op vlak van milieu, stedenbouwkundige vereisten en mobiliteit ondersteunen het ongunstig advies. Het openbaar onderzoek liep tot eergisteren 22 juni, nu ligt de eindbeslissing bij de Provincie als bevoegde instantie om de vergunning al dan niet te verlenen.

“Met het voltallig stadsbestuur hebben we beslist om een ongunstig advies af te leveren voor de aanvraag van een slibverwerkingsbedrijf om zich te vestigen in onze stad. Hiervoor zijn verschillende gegronde redenen en die hebben we duidelijk geformuleerd in een zeer uitgebreid en gefundeerd advies. We delen de bezorgdheid van de omwonenden en onze inwoners. We hopen ten stelligste dat de Provincie onze
bezwaren volgt en de vergunning weigert,” zegt burgemeester Jenne De Potter (CD&V).

“Er zijn heel wat bekommernissen en bezwaren wat betreft de milieuaspecten. Dit soort activiteit geeft een sterke geur- en stofhinder die enorm storend is voor de omgeving. Er bestaat een risico op vermindering van grondwaterkwaliteit, ongedierte, enz. Daarenboven kan de komst van dit bedrijf bijzonder nadelige gevolgen hebben voor een nabijgelegen voedingsbedrijf. De negatieve effecten op milieu, leefkwaliteit van de omwonenden en natuur in onze stad zijn te groot. Er zijn teveel hinderlijke gevolgen die wij niet kunnen aanvaarden,” vult schepen van leefmilieu Leen Goossens (CD&V) aan.

Ook schepen van ruimtelijke ordening en mobiliteit Evert De Smet (N-VA) deelt deze bezorgdheden: “Onze bezwaren betreffen ook stedenbouwkundige criteria: de grote bouwhoogte brengt een goeie ruimtelijk ordening in het gedrang. Ook op vlak van mobiliteit zijn we bezorgd. De komst van een dergelijk bedrijf brengt meer zwaar vrachtverkeer naar ons stad wat sowieso een negatieve impact heeft op de mobiliteit in onze stad.”