‘Het stadsbestuur gaf zichzelf een vergunning, wat door de hogere overheid moest gebeuren’

Actiegroep ‘Den Dok Blijft’ trekt naar Raad voor Vergunningenbetwisting

Geraardsbergen. Actiegroep ‘Den Dok Blijft’ heeft tegen de omgevingsvergunning van de stad Geraardsbergen en tegen het besluit van de Deputatie een vordering tot schorsing en vernietiging bij de Raad voor Vergunningenbetwisting ingesteld. ‘Het stadsbestuur gaf aan zichzelf een vergunning, wat door de hogere overheid moest gebeuren’, weet Marleen Francq, woordvoerder van het actiecomité.

‘De omgevingsvergunning houdt de fysieke afbraak van de gebouwen op de site in, ook van de kuip. Het stadsbestuur wil ieder bestanddeel van het oudste openluchtzwembad van België totaal vernietigen. De erfgoedcommissie had in haar advies gesmeekt om minstens de kuip te behouden maar het stadsbestuur is zonder mededogen’, aldus Marleen Francq, woordvoerder van het actiecomité.

Schijnparticipatie
In januari 2019 werd, bij de vorming van de bestuursmeerderheid, beslist om het zwembad te sluiten. ‘Pas veel later werd een soort schijnparticipatie voor de burger georganiseerd. Van de oorspronkelijk 30 geselecteerde burgers bleven er uiteindelijk nog 5 over. Vooraf was aan de deelnemers gedicteerd dat het verboden was om over het zwembad zelf te spreken.’

‘Het stadsbestuur hoopte dat de storm van protest vlug zou gaan liggen.  Niet dus. Juridisch kampt het project met een serieus probleem.  Ingevolge de Europese wetgeving en de huidige rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen kon het stadsbestuur aan zichzelf geen vergunning geven maar diende dit te gebeuren door de hogere overheid.’

Uitspraak in 2024
De site was voordien een stort, waardoor tijdens de werken schadelijke stoffen kunnen vrijkomen, meent het actiecomité.  ‘Ook de afbraak van de kuip houdt gevaren in op milieugebied. Bovendien kan het actiecomité nog steeds niet akkoord gaan met de besliste sluiting, vervolgt woordvoerder Francq.

De uitspraak door de Raad is voorzien voor 2024. ‘Zonder twijfel zal de sluiting van den ook in dat verkiezingsjaar de partijen kleur doen bekennen.’