Zottegem, een stad die zichzelf graag profileert als modern en vooruitstrevend, heeft deze week pijnlijk duidelijk gemaakt dat racisme nog steeds een hardnekkig probleem is. Een eenvoudige post (zie link) over basisscholen op de officiële stadspagina mondde uit in een stroom van racistische commentaren. Niet zomaar kritische bedenkingen, maar pure haat. Zó erg zelfs, dat de stad genoodzaakt was om de reacties te verwijderen en de discussie te beperken. Is dit werkelijk de wereld waarin we willen leven, anno 2025?
De commentaren die moesten verdwijnen, zijn geen toevallig uit de hand gelopen oprispingen. Dit soort reacties worden aangemoedigd door politieke bewegingen die elke vorm van inclusie bestrijden, die zich verzetten tegen eerlijke handel, tegen sociale rechtvaardigheid, tegen élke vorm van solidariteit. Want inclusie is niet zomaar een woord. Het is een fundamenteel principe van gelijkwaardigheid en respect. Het feit dat een bericht over kinderen – kinderen! – leidt tot openlijke haat, zegt veel over de staat van ons maatschappelijk debat.
Een inclusiebeleid dat faalt
Meer dan ooit is er nood aan een doortastend en effectief inclusiebeleid. En wat doet Zottegem? Krijgt de stad niet net subsidies van de Vlaamse overheid om inclusie te bevorderen? Waar gaat dat geld dan naartoe? Want als dit het resultaat is, dan moeten we concluderen dat het beleid faalt. Johan Gezels stelde het treffend: “Ik vrees dat het neutraliteitsbeginsel in Zottegem veel vlotter wordt toegepast dan het inclusiebeleid.”
En dat is betreurenswaardig. Neutraliteit mag nooit een dekmantel zijn voor onverschilligheid. Wanneer racisme zich zo openlijk manifesteert, is het niet genoeg om enkel de commentaren te verwijderen. Dan moet er actie komen. Duidelijk, krachtig, zonder aarzeling. Want zwijgen is in dit geval niet neutraal – het is medeplichtig zijn.
“Wat is een Vlaams kind?”
In het verhitte debat mengde zich ook iemand die openlijk stelt lid te zijn van Vlaams Belang. In haar reactie zegt ze:
“Ik geef toe, ik ben een VB’er, maar als ik Vlaamse kinderen schrijf, dan zit iedereen met een mening klaar. En dan ben ik degene die durft zeggen op de vraag: ‘Wat is een Vlaams kind?’ Een Vlaams kind is een kind dat onze waarden en normen leert op school, zijn best doet op school, zich zal gedragen, met of zonder beperking, en of die nu geel, groen, zwart, paars of blank is. Het beste vriendje en vriendinnetje van mijn zoontje is Roemeens en bruin getint. De ouders gaan werken, het kind doet echt goed zijn best om Nederlands te leren, een dikke pluim voor die mensen. En voor mij zijn dat Vlamingen.”
Een opvallende uitspraak binnen een partij die doorgaans een strikte scheidingslijn trekt tussen “Vlamingen” en “vreemdelingen”. Als afkomst er werkelijk niet toe doet, zoals ze hier beweert, waarom dan de constante nadruk op “Vlaamse kinderen” in plaats van gewoon “kinderen”? Waarom wordt inclusie door haar partij dan niet openlijk gesteund, maar eerder afgeschilderd als een bedreiging? Dit soort dubbelzinnigheid voedt het wantrouwen en de polarisatie in de samenleving.
Wat zou Louis ervan gevonden hebben?
Wie zijn deze “Ritchie en de zijnen” die de digitale ruimte vergiftigen met hun haat? Mensen die zich bedreigd voelen door het idee van gelijkheid? Die liever verdeeldheid zaaien dan samenleven? Laat ons eens nadenken over een ander citaat, van Martin Luther King:
“I have a dream that my four little children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by their character.”
Zal dat ooit werkelijkheid worden als we blijven toestaan dat racisme ongestoord woekert? Voor degenen die zich ergerden aan een foto: hopelijk worden jullie ooit oud, heel oud. En dan, in een woonzorgcentrum, zullen jullie verzorgd worden door de mensen die jullie nu ‘vreemden’ noemen.
Zottegem moet zich schamen. België moet zich schamen. Maar vooral: dit moet stoppen.
UPDATE, lees ook
Vlaams Belang Zottegem distancieert zich van uitspraken ex-partijlid