Algemeen, 05/05/2017 – Op zoek naar Lamoraal Egmont Graaf Horne. Tijdens mijn zoektocht naar de levensgeschiedenis van Lamoraal van Egmont kwam ik te weten dat zijn wapenbroeder, – de graaf van Horne, of Philips II van Montmorency, – op het kasteel van Ooidonk, in het huidige Oost-Vlaanderen, verbleef. (KDP)
Philip II de Montmorency, die in1524 werd geboren en in 1568 overleed, was de bekende graaf van Horne. Hij werd tezamen met Lamoraal Egmont te Brussel op 5 juni 1568 onthoofd. ‘Horne’ was een plaats in de buurt van Roermont, in Nederland. Philip was de oudste van vier kinderen van Jozef de Montmorency, de andere kinderen heetten Floris, Maria en Eleonora. Philip werd naar alle waarschijnlijkheid in het Kasteel van Ooidonk geboren.
Graaf van Horne
Nadat zijn vader in 1530 gestorven was, hertrouwde Anna van Egmont in 1532 met Jan, graaf van Horne. Hij was kanunnik te Luik en kreeg van Rome de toestemming om uit te treden en te huwen, ‘dit om het uitsterven van het Huis Horne te behoeden’. Dit huwelijk bleef evenwel kinderloos. Kort na zijn dood erfde Philip de Montmorency van Jan van Horne zijn titel en bezittingen; op die manier werd Philip de Montmorency behalve heer van Nevel en Ooidonk ook graaf van Horne.
Een berekend huwelijk
In het testament van Jan van Horne was bepaald dat Philip moest trouwen met Walburga van Nieuwenaar, een verre familieverwante. Ze was overigens de enige erfgename van het graafschap Horne. Het berekende huwelijk werd gesloten in 1546, zes jaar na de dood van Jan. Walburga was wel calvinistisch, maar dat was geen probleem voor keizer Karel die zijn toestemming gaf voor dit ‘gemengde huwelijk’. Wel werd er bepaald dat er in geval van kinderloosheid, de Hornse goederen terug naar het geslacht Nieuwenaar zouden gaan.
Een vermaard persoon
Philip woonde met zijn gezin in het kasteel van Weert, ten westen van Roermond. Philip verbleef ook regelmatig in Ooidonk. In het jaar van zijn huwelijk kreeg hij een plaats in het gevolg van keizer Karel. Zo was hij in 1554 aanwezig op het huwelijk van diens zoon Filips II met Mary Tudor van Engeland, zijn tweede vrouw.
In 1556 werd Philip de Montmorency ridder in de Orde van het Guldenvlies. Hij bracht het tot Admiraal van de vloot. In 1560 werd hij als superintendant voor de Nederlands aangelegenheden lid van de Spaanse Raad van State. Hiervoor moest hij wel ontslag nemen als stadhouder van Gelderland, wat financieel absoluut geen goede zaak was. Hij ervaarde bovendien, heel snel, dat dat zijn nieuwe functie geen echte inhoud had. Geraakt in zijn eergevoel besloot hij om Spanje te verlaten en wende hij zich tot een oppositie tegen alles wat Spaans was!
In 1562 vormden de hoge leden een liga tegen kardinaal Granvelle. De drijvende krachten hierachter was Oranje, Egmont en Horne. Ze wouden Granvelle weg uit de Nederlanden. Waardoor de kardinaal vertrok, maar er ontstond een enorme chaos die een goed functionerend stadsbestuur erg belemmerde. De prominenten zonden Egmont naar Spanje om een en ander te bespreken met Filips II. Hij werd vriendelijk ontvangen, niettegenstaande er niets veranderde aan de vorm van regeren. De godsdienstplakkaten bleven in al hun gestrengheid gehandhaafd. Als reactie daarop wou Philips II de Montmorency, graaf van Horne, zich niet langer inlaten met politiek. Hij trok zich terug op het kasteel van Weert.
Het pijnlijk einde
In 1557 stuurde Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden. Philip de Montmorency werd in de val gelokt door een vriendelijke brief van koning Filips II met een uitnodiging voor een diner op 9 september 1567, samen met graaf Egmont, bij Alva ’s zoon. Tijdens dit banket werden op een zeker moment eerst Egmont en dan Horne naar buiten geroepen en ze werden verplicht om hun wapens af te geven. Ze beriepen zich evenwel op de privileges van het Gulden Vlies — Ridders van deze orde hoefden hun wapens alleen maar aan de koning af te geven. — Maar daar werd geen rekening mee gehouden. Egmont en Horne werden afzonderlijk in de gevangenis gezet, onder zware bewaking en in eenzaamheid, eerst in Brussel en nadien in het Spaans kasteel in Gent. Twee maanden na de aanhouding werd Philip, graaf van Horne, verhoord. In januari 1568 was de procureur-generaal klaar met de aanklacht. Graaf Horne kreeg vijf dagen de tijd om te antwoorden. Hij kreeg evenwel geen advocaat en beschikte over geen documenten. Hij bleef aandringen om behandeld te worden als ridder van de Orde van het Gulden Vlies, maar evenwel zonder succes. Op 30 mei werd het proces gesloten en op 3 juni werden beide graven terug naar Brussel gebracht om opgesloten te worden in het Broodhuis.
Het Brusselse Broodhuis.
De volgende dag tekende hertog Alva het doodvonnis dat in de Bloedraad werd voorgelezen. De graaf van Horne zou onthoofd worden en zijn hoofd zou als afschrikkend voorbeeld publiekelijk worden opgesteld. Zijn bezittingen werden verbeurd verklaard. In het vonnis werd de motivering in vijf punten samengevat waar van majesteitschennis, samenzwering met Willem van Oranje en rebellie doorslaggevend waren. Nog dezelfde dag werd, op de Grote markt van Brussel, het schavot opgesteld recht tegenover het Broodhuis. De volgende dag om 11uur werd Egmond onthoofd, een uur later Horne. De hoofden van de twee graven werden tot drie uur op de plaats van de onthoofdingen op ijzeren pinnen tentoongesteld. Er was die dag nog een rouwplechtigheid in de Sint-Gudulekerk, nu de Sint-Michiels-kathedraal, vandaar bracht men het lichaam van Egmont naar het Clarissenklooster en vervolgens naar Zottegem. Het lichaam van graaf Horne werd eerst naar het predikherenklooster vervoerd. Pas op 3 juli werd het bijgezet in de Sint-Marinuskerk in Weert.
Het kasteel van Ooidonk
Enige kilometers voorbij de grens van de Vlaamse Ardennen met het Leieland waar de deelgemeenten van Deinze liggen, ligt het sierlijke en statige Kasteel Ooidonk. Dit unieke kasteel en het kasteeldomein met het omringende water, schitteren een welluidende en rustige omgeving uit.
Heel deze locatie is gelegen in de gemeente Bachte-Maria-Leerne en binnen een grote meanderende Leiebocht en in een uitgestrekt meersengebied. Bachte-Maria-leerne is een deelgemeente van de stad Deinze.
Dit kasteeldomein is een van meest best bewaarde, geheel omvattende kasteeldomeinen van Vlaanderen! Het kasteel van Ooidonk dat eens een middeleeuwse versterkte burcht was is nu een uniek voorbeeld van Spaans-Vlaamse renaissance architectuur.
Het kasteel werd in 1595 herbouwd en is nu wel een van de mooiste kastelen in Belgi ë. Met zijn kenmerkende trapgevels en peperbusvormige torens straalt dit Oost-Vlaamse slot iets van een sprookje uit renaissancetijd uit. — Dit kasteel met zijn vele geometrische vormen, onder meer: rechthoekige vlakken, cilinders, balken en bollen en daarbij symmetrisch in een volkomen evenwichtige harmonie is opgetrokken; laat het po ëtische kantje van mij altijd denken aan concerten waarbij ‘sonates en cantates’ elkaar afwisselen. —
Ooidonk
In de benaming ‘ooidonk’ zit het woord donk. Een donk is een hoger gelegen plaats in een landschap en is meestal een oude rivierduin. Doch hier in de streek van Deinze heeft de rivier haar bedding meer dan eens verplaatst en is het ook niet duidelijk of de ‘donk’ een van de zandbruggen is die in laag Vlaanderen zo typisch zijn. Hier valt het op hoe de rivier, de huidige Kalebeek, een bocht neemt omheen de donk, wat meteen laat vermoeden dat de hoge binnenduin al bestond vooraleer dat de rivier haar weg zocht. Wat laat vermoeden dat daar een hoge donk lag.
Wanneer laat in de negende eeuw de Noormannen de streek van Gent en Deinze binnenvielen, werden er her en der verdedigingstorens opgetrokken.
Een volkomen voorbeeld hiervan, is de houten donjon die op de plaats stond waar nu het huidige Gentse Gravenkasteel staat! Weldra worden er op andere plaatsen langs de rivier, onder andere te Kortrijk, zulke constructies opgetrokken. Of de motte van Ooidonk en de hoge donk in deze verdedigingsmethode passen is niet bewezen, maar hun liggingen laten dat wel vermoeden.
Het kasteel van Ooidonk evalueerde dus zijn lage geschiedenis van burcht tot wat er nu nog staat: ‘Een prachtig kasteel in geplant in een moerasachtige bosrijke omgeving.’
Wat zo typisch is voor dit domein zijn de oude dreven die door de bosrijke omgeving naar het kasteel lopen. En met bruggen over de slotgracht heen het Kasteel en de kasteeltuin met de omgeving verbinden.
Wanneer ik op vrijdag 28 april 2017, het was een heel zonnige dag, op dit domein foto’s nam voelde ik me een beetje zoals de Belgische impressionist Emile Claus. Wanneer ik dan bij de slotgracht koeien zag grazen, bereikte mijn euforie haar hoogtepunt!
Voor meer inlichtingen, google zeker eens op: http://ooidonk.be/
Karel De Pelsemaeker
(Morgen krijgt u een ode aan het Slot van Ooidonk + recente foto’s)