Column, 05/05/2017, Anny Bert
Het geurde er naar lavendel en pastis en Bleu du Queyraskaas daar op dat marktje in Saint-Joseph- de-la-Basse- Côte.
In Monastir waren het de aroma’s van harissa en komijn en pijlinktvis die je een vakantieverdoving bezorgden, aroma’s die versneden waren met de luchtjes van lekkende kamelen.
Op de zondagmarkt in Turijn raakte je in de ban van amandelnoten, olijfolie, gegrilde sardientjes en brood, ovenvers brood, gekneed met de nodige drukte en veel liefde.
Je kleefde die geuren en die kleuren samen met je foto’s in je album, een bundel welriekende herinneringen.
De Zottegemse dinsdagmarkt was een aangenaam surrogaat waar je vrienden ontmoette, waar je in een lange babbel jouw artroseperikelen naast die van haar heupklachten legde en op de hoogte bleef van zijn hoge bloeddruk en zijn cholesterolpieken.
Requiescat in pace
Het geurde er naar lavendel en pastis en Bleu du Queyraskaas daar op dat marktje in Saint-Joseph- de-la-Basse- Côte.
In Monastir waren het de aroma’s van harissa en komijn en pijlinktvis die je een vakantieverdoving bezorgden, aroma’s die versneden waren met de luchtjes van lekkende kamelen.
Op de zondagmarkt in Turijn raakte je in de ban van amandelnoten, olijfolie, gegrilde sardientjes en brood, ovenvers brood, gekneed met de nodige drukte en veel liefde.
Je kleefde die geuren en die kleuren samen met je foto’s in je album, een bundel welriekende herinneringen.
De Zottegemse dinsdagmarkt was een aangenaam surrogaat waar je vrienden ontmoette, waar je in een lange babbel jouw artroseperikelen naast die van haar heupklachten legde en op de hoogte bleef van zijn hoge bloeddruk en zijn cholesterolpieken.
Een verre kozijn vertelde je dat hij nu nog maar een half pilletje diende te nemen tegen zijn jicht —als het op kwalen aankomt, zijn we nogal bezitterig : zijn jicht, mijn reuma- sinds hij zijn Orval had gehalveerd.
Als je als voorbijganger langs of zelfs middenin groepjes van marktontmoetingen passeerde, hoorde je zelden gesprekken over een nieuwe mixer of over een afgedankte koekoeksklok maar nagenoeg altijd licht medisch getinte onderwerpen.
Je ontmoette er klasgenoten van lang geleden aan het kousenkraam, bij De Polle, zo genoemd naar zijn hooikoorts. Of je zag na maanden je compagnon de route terug, iemand bij wie je vroeger dagelijks op de trein naar Gent zat. Ze kocht zich een nieuwe gaine, ene voor zon-en feestdagen, om onder haar tricot kleedje te dragen dat ze net aan het kraam ernaast had gezien en goedgekeurd. Een echtgenoot noemt zoiets “gekocht”. Je informeerde eens naar haar hond want ze had een hond en niet naar haar man want ze was single en aan een single vraag je niet naar de algemene toestand van de man, ook niet aan een gainenkraam.
Wat verder kon je de koop van je leven sluiten : een paraplu die nooit omwaait. Dat was d é uitvinding aangepast aan je levensnoden. Eenmaal thuis zag je pas het kaartje aan de kruk : Niet gebruiken bij winderig weer. Dat stond ooit ook eens op je nieuw yogamatje. Je maakte sindsdien nooit nog uiensoep op dinsdag of op donderdag.
Alles goed ? riep een gekende stem. Het was je buurvrouw die eens zotte kosten ging maken met 1.85 m toile cir ée voor haar tuintafel, rood met witte bollen want die tafel stond pal voor de rode pioenen en de witte stokrozen, zei ze. En zelfs zonder die bloemen ernaast zou het mooi assorti staan als zij aan de tafel zat met haar rode bikini en haar melkwit vel dat vergeefs wachtte op wat verkleuring.
Nee, niet goed ! meende je te antwoorden want je was de filtervulling voor de dampkap van je grootmoeder aan het vergeten. Meme zoog nog ouderwets af en enkel op de markt vond je de blauwe mousse, helemaal op maat geknipt.
Ook een plastieken spoel voor de Berninanaaimachine van meme had je bijna vergeten. Gelukkig was er toen ook nog de dame op de dinsdagmarkt te vinden met een naaimachine en telkens de inleidende vraag, geleerd bij de snelcursus “Bedrijfscommunicatie voor naaimachinisten”:
Madame !!! Heb jij een naaimachine ???
Antwoorden met Ja, en dan ? deed je niet want zoiets zou grof zijn. Doorstappen en doen alsof je Portugees sprak en bovendien nog potdoof was, had ook geen zin want ze zat je achterna met alle machineonderdelen die ze maar in haar twee handen kon leggen, en die waren behoorlijk groot, die handen, niet die toebehoren. Je stak dan maar als afleidingsmanoeuver je hand op naar een wildvreemde voorbijgangster en stapte erop af. Met je gemakkelijkste Mephisto’s aan kon je altijd tijdig een korte bocht nemen en maken dat je wegkwam, richting stoffenkraam.
Helaas ! Ook die man was al verdwenen met zijn viscose en zijn crêpe georgette, zijn pied-de-poule en zijn prince-de-galles. Je was bereid hem tussen de plooien van de gedrapeerde voile en mousseline te zoeken maar er viel niet meer te zoeken. De man had het na 23 jaar hondstrouwe dienst op de Zottegemse markt voor bekeken gehouden. Na bijna een kwarteeuw op dezelfde stek op het middenplein van de Heldenlaan, zou hij voortaan een nomandenbestaan moeten leiden op willekeurige hiaten in het kalende kramenlandschap en kon hij zijn biezen pakken. Hij verkocht naast stoffen ook ritsen, epauletten, stikzijde, knopen maar geen biezen.
En zo verdwijnen ze stuk voor stuk. De geuren die boven Franse en Italiaanse markten drijven, zijn in Zottegem geuren van aftakeling, een doodstrijd met een reutel die je elke dinsdag luider hoort. En dan komt 2018 altijd maar dichterbij met de facelift van de Heldenlaan…
Et alors ? vraag je met Mitterand.
Alors, dan neem je de bus, de trein of je eigen wagentje en je tuft naar Oudenaarde op donderdag tenzij het economisch hart van het Zottegemse centrum zich helemáál verplaatst naar de Langestraat met een heuse wekelijkse marktdag of er tegen de gevel van het vroegere stadhuis een gele affiche hangt met daarop : Faillissement. Misschien wil Marc Coucke over Zottegem naar Durbuy rijden.