Oudenaarde: Regionaal Bedrijventerrein opnieuw op agenda Gemeenteraad

Schermafbeelding 2017-05-05 om 14.25.36

Oudenaarde, 25/05/2017 –  Volgens onderzoek van de Provincie Oost-Vlaanderen zou Oudenaarde als ‘economisch knooppunt’ gebaat zijn bij extra ruimte voor bedrijvigheid. De plannen om te onderzoeken waar deze ruimte best komt, roepen bij sommige inwoners vragen op. Burgemeester Marnic De Meulemeester reageert.

Burgemeester Marnic De Meulemeester
“Het is inderdaad een complex dossier met een lang en ingewikkeld procedureverloop. De Provincie Oost-Vlaanderen werkt al een aantal jaren aan dit nieuwe zogenaamde Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP) “Regionaal Bedrijventerrein”.
Momenteel loopt de publieke kennisgeving over de start van het milieuonderzoek. Iedereen die dat wil, kan nog tot en met 7 juni opmerkingen en idee ën geven over bijkomende milieueffecten die moeten onderzocht worden. Hoewel de stad Oudenaarde eigenlijk slechts een adviserende rol heeft in dit dossier, willen we toch meer zijn dan enkel een ‘doorgeefluik’ voor de opmerkingen.”
Communicatietraject uitgestippeld
Samen met de Provincie organiseerde de stad daarom een druk bijgewoonde infoavond waarbij het volledige verloop van de procedure en de verschillende inspraakmogelijkheden werden toegelicht.
Burgemeester De Meulemeester: “Vanzelfsprekend zijn wij ons bewust van het groot belang van dit dossier voor onze inwoners. De kennisgevingsnota vormt de aanzet van het eigenlijke planningsproces. Het onderzoek moet dus nog beginnen.”
“Het inrichten van de infoavond was daarom een goed initiatief.” vervolgt De Meulemeester, “We zullen zelf onze inwoners ook duidelijk, tijdig en correct blijven informeren over het verdere verloop van dit dossier én we dringen er bij de bevoegde overheden op aan om hetzelfde te doen.”
Duidelijk standpunt Stadsbestuur
Inhoudelijk blijft de stad in de eerste plaats hameren op het tweesporenbeleid. Schepen van Ruimtelijke Ordening Richard Eeckhaut verduidelijkt: “Eerst moet alle huidige beschikbare ruimte zo effici ënt mogelijk worden ingevuld en ontwikkeld; dan wordt de nood aan nieuwe, bijkomende terreinen automatisch zo laag mogelijk gehouden. Het is en blijft sowieso een moeilijke evenwichtsoefening tussen economische ontwikkeling enerzijds en een maximaal behoud van de open ruimte anderzijds.”
Het stadsbestuur gaf eerder reeds een gunstig advies aan de kennisgevingsnota van de Provincie en wil dit advies hernemen.
Schepen Eeckhaut: “We hebben die nota grondig onderzocht en hadden inderdaad geen opmerkingen, maar dat betekent enkel dat we akkoord gaan met de manier waarop het onderzoek zal worden gevoerd. Het is zeker en vast geen vrijgeleide om zomaar ergens een bedrijventererrein aan te leggen! Het standpunt van het schepencollege is en blijft duidelijk: zoals reeds meegedeeld tijdens de Gemeenteraad van maart, kan de ontwikkeling van nieuwe terreinen voor ons enkel binnen de contouren van het kleinstedelijk gebied.”
Het stadsbestuur zal ook aan de provincie vragen om de ‘Ruimtelijke Economische Studie’ uit 2014 die de basis vormt voor het PRUP te evalueren en aan te passen aan de realiteit van vandaag.