E-column uit Goeferdinge: Zal de zomer nog zomeren !

KDP zomeren 1

Column, 07/07/2017 – De afgelopen lente heeft zoveel zonnige dagen geleverd dat we ons afvragen of het nu in juli en augustus nog zomer zal worden? Vanaf eind mei tot 25 juni kregen prachtig en heel warm zomerweer. Deze weersomstandigheden samen met milde winter zorgden ervoor dat alles vroeg ging bloeien en dat vroeg rijpe vruchten en gewassen kregen. (KDP)

KDP zomeren 2.jpg

In de laatste week van juni waren onze aalbessen al sappig rijp en op maandag 26 juni waren ze in de Vlaamse Ardennen gerst aan het pikken. Zowel de maaidorser als het stro straalden een soort zonkleurig geel uit, dat ik aan landschappen uit het zuiden ging denken!

In onze jeugdjaren, toen onze moeder nog een kleine boerderij runde met kruidenvelden, waren de weersomstandigheden in juli en augustus erg belangrijk. Vanaf midden juli moesten er, in onze regio toch, geneeskundige bloemen geplukt worden: goudsbloemen, kamille, witte heemst, blauwbloemen en gele toorts. Al deze medicinale planten stonden heel de zomer kleurig in de kouters tussen de graan-, bieten-, klaver-, en aardappelvelden in. Vlinders, bijen, krekels, sprinkhanen, leeuweriken en patrijzen wisten heel goed welk veld ze als hun biotoop kozen!

Bij ons thuis hadden ze enkel kamille en goudsbloemen staan. Heel de vakantie waren we daarin bezig, soms al jammeren, soms al zingen. Vooral al jammeren als we andere gasten zagen optrekken om in de Mark, een plaatselijk riviertje, te gaan zwemmen of om te vissen. Dan wensten we soms dat er een regenbui zou opduiken. Wanneer er daarentegen, terwijl we bezig waren met plukken verhalen werden verteld, of liedjes werden gezongen, waren we er wel graag bij.

KDP zomeren 3 kamille.jpg

Meestal hadden we, bij mooi vast weer, een middagpicknick! Onze moeder trok rond 11u 30 naar huis en bracht tegen de middag belegde boterhammen en een kan koffie, met een wolk melk erop, naar het veld. Onder de schaduw van een elzenstruik en nabij de gracht die naast ons veld lag, werden er jutte zakken uitgespreid en de middagpicknick kon beginnen. Dat waren zalige momenten, zo met en boterham met koude omelet, of met koud gebraden spek, belegd in de ene hand en in de andere een tas lauwe koffie. Of in de ene hand een droge saucisse en een rijpe tomaat in de andere hand; spijs om de honger te stillen was er altijd genoeg. We mochten zelfs mee beslissen wat we wensten voor de picknick. Het konden bijvoorbeeld, voor bij de boterham, ook witten of zwarte trippen zijn met sappige verse pruimen want vanaf augustus zitten we, nu nog altijd, in de pruimentijd.

Als vanzelfsprekend vertel ik hier over dagen met normaal zonnig zomerweer, maar als het al eens een week regende, moesten we maar tussen de regenvlagen door trachten te redden wat er te redden viel en zag de dagtakenplanning er helemaal anders uit.

In augustus, in de oogstmaand, werd er ook gepikt, gerst, tarwe, rogge en haver. Ik heb nog weten pikken met pikhaak en zeis, ook met de maaimachine en met de pikmachine, deze machine werd ook een ‘pikbinder’ genaamd en was meestal van het merk ‘Claas’. Later midden de 60-tiger jaren werd de oogst overal met de maaidorser gedaan.
Voordien werd de oogst na het pikken opgebonden en in stuiken op het veld geplaatst. Nadien werd de oogst op het erf opgestapeld tot een stromijt en met een zuil afgedekt. Dit tot wanneer de dorsmachine langs kwam en dat was dan meestal in de laatste week van augustus of in september. Dan pas werd het gedorste en met een koord opgebonden stro in de schuur opgestapeld.

Wanneer de dorsmachine naar de boerderij kwam, kwamen alle buren helpen, want om het dorsen goed te laten functioneren moest er een 8-tal man aanwezig zijn, ieder van hen kreeg een plaats bij de machine, bij de stromijt, of in de schuur toegewezen.
Ik heb onthouden dat bij mijn grootouders onze grootmoeder dan voor het middageten enige grote magere stukken soepvlees, die ze samen met wortels en uien in een stoofpot stoofde, bereidde. Deze stoofpot werd opgediend met gekookte aardappelen en er stond een pot mosterd op tafel. Ze bereidde ook altijd een ketel soep en er werd tafelbier bij het eten gedronken. In de namiddag werd er een pauze gehouden en werd er geestelijk bier, zoals pils en export, gedronken. Rond 4 uur in de namiddag werden er belegde boterhammen met kaas en hesp, meestal was dat rauwe hesp, gegeten waarbij een tas koffie of een glas bier gedronken werd.

Tot ongeveer midden september werden er medicinale bloemen geplukt, terwijl werden ook de aardappelen al gerooid. Een aardappelveld werd altijd gerooid op een dag dat het mooi weer was, bij zo een dag aardappelen rooien verschenen er steeds Breugeltaferelen in de akkers! Want heel de familie werd bij het patattenrapen, waarbij de tenen manden en de jutte zakken gevuld werden, betrokken.

KDP zomeren 7 aardappelen

In sommige zomers, als het weer in september mooi bleef, werden er bloemen geplukt tot het einde van de maand. Maar meestal werden de plukken gestopt in het midden van september, na 15 september was een bloemenveld meestal volledig uitgebloeid.
In oktober werden, in de akkers, dan de wortels van de witte heemst, van de engelwortel en van de valeriaan uit de grond gekapt. Noeste arbeid waarbij dikwijls in de modder werd geploeterd. Ook de bieten werd dan gerooid.

In het museum van ‘Deinze en de Leiestreek’ hangt een van de merkwaardigste werken van Emiel Claus op; het is een magistrale ‘Bietenoogst’. Het werk vormt de overgang van zijn realistische naar zijn impressionistische periode. Het realistische op dat tafereel is: ‘Een boerin die midden in het veld rechtop staat en haar (warme) adem in haar (koude) handen blaast. Ze doet dit terwijl de anderen druk verder werken.’ Ik heb dit zo dikwijls echt gezien; dat wanneer ze ’s morgens de bieten gingen met de hand uit de grond trekken, het al lichtjes gevroren had en alles er wit gerijmd bij lag. De boer stak dan, tijdens het werk, eens regelmatig zijn handen in zijn warme broekzakken en de boerin die geen broekzakken had redde haar met in haar handen te blazen. Wanneer er ook een paard op het veld stond, was even het paard gaan strelen ook een manier om de koude handen en vingertoppen op te warmen. Nu heeft de boer een tractor die warme lucht kan blazen, of die chauffage heeft, met een machine erachter die de bieten uit de grond haalt, ook dit is realisme.

Karel De Pelsemaeker

 

PS: de rivier de Mark is een kleine rivier (een beek) die in de bossen van Silly door bronnen wordt gevormd. In de Henegouwse parochie Marcq wordt het al een flinke beek. (Mark, of Marcq in het Frans, is een deelgemeente van de faciliteitengemeente Edingen.). De Mark die over Henegouwen naar Vlaams Brabant en verder in Viane over een stukje Oost-Vlaanderen en daar langs Deux-Acren terug Henegouwen binnen vloeit, volgt bijna over heel haar bedding de taalgrens. Deze beek dankt er ook haar naam aan: ‘ De Mèrke: de grenslijn, de streep, de schreve, de Mark. Wij, gingen juist aan de taalgrens in Deux-Acren, waar de Mark enige diepe poelen vormde gaan zwemmen. Ook gasten uit de nabije Waalse dorpen kwamen daar, net als wij, zwemmen, zonnebaden of met hun lief vrijen.

Dikwijls hielden we daar een ‘Guldensporenslag’, we bekogelden dan mekaar (Vlamingen tegen Walen) met een handenvol modder. Of we hielen gewoon een zwemwedstrijd onder mekaar, om te bepalen wie de winnaars van de strijd werden; ook de woorden ‘Schild of Vriend’, werden daar dikwijls tijdens het moddergooien uitgeroepen!

In 1974 en ’75 werd de Mark vanaf Viane tot in Deux-Acren gekanaliseerd, waar door deze zo eens mooie beek haar meanderend karakter verloor. – Kdp. –