Markske geeft toe dat vrouwen superieur zijn.

Markske in tijden van crisis – ‘moelebakkes’ of ‘moemelbakkes’?

Een ironische blik op de actualiteit door de auteur van 't Spelleke van Lierde.

Mondmaskers. Iedere zin begint met het woord ‘mondmaskers’ tegenwoordig. Ik stik erin. Niet in de maskers zelf, wèl in de woordenbrij. Gelukkig snoert het mij de mond niet.
Ik verneem dat vrijwilligers ‘postbode spelen’ om de mondmaskers te bedelen. Ik wist niet dat de job van postbode een spelletjes was, maar ik leer nog iedere dag bij.

Mondmaskers zijn vandaag verplicht op het openbaar vervoer vanaf de leeftijd van 12 jaar. Ik kan 48 jaar liegen omwille van mijn jeugdige look en heb daardoor vrijstelling. Aangezien ik het openbaar vervoer niet gebruik ben ik dubbel gedekt, wat lekker aanvoelt.

Mondmaskers noemde men dialectisch ‘moelebakkes’ of ‘moemelbakkes’. Beiden zijn correct. Taalkundig zijn er verklaringen te noteren. In ‘moelebakkes’ vind je de stam ‘mal’ terug. Mal kan wijzen op zowel een pasvorm als in de betekenis van onnozel. Of zoeken we het tè ver, en is ‘muil’ het grondwoord?
In ‘moemelbakkes’ hoor je -maar niet zo goed meer- moemelen, wat mompelen betekent. En inderdaad, met een moemelbakkes op word je redelijk onverstaanbaar. Heel veel mensen zijn reeds onverstaanbaar zónder mondmasker, maar deze discussie gaan we hier niet voeren.

Mondmaskers opzetten was een tijdelijk gebruik met driekoningen. Buren liepen elkaars deur plat, verkleed en gemaskerd. De geinigheid bestond erin dat de gasten geen muil mochten spreken, enkel ja en neen knikken op gesloten vragen die de gastheer of-vrouw stelde, teneinde de identiteit van de stoorzenders te raden. Je wist onmiddellijk welk vlees je in de kuip had -aan steeds weer diezelfde broek die er uit zag als stront met strepen – maar om de pret niet te bederven hield je de spanning erin. Ook omdat je wist dat de fles ‘Elexir d’Anvers’ op tafel kwam om snel haar bodemkoers te bereiken. Als kind was ik op bepaalde punten vroegrijp.
Het is ook mogelijk dat deze zottigheid een wel z éér lokale gewoonte was in het rurale niemandsland waar ik tot wasdom kwam.

Je mag opnieuw vissen vanaf vandaag. Zelfs achter het net. Tennissen mag ook weer. Wèl je eigen ballen meenemen. Nu, dat laatste is geen probleem. Evenwel, ik tennis niet.

Lees ook:

https://www.nuus.be/2020/03/29/markske-in-tijden-van-crisis-hangjongeren/

https://www.nuus.be/2020/04/29/markske-in-tijden-van-crisis-hoe-scheef-staat-mijn-muts/

https://www.nuus.be/2020/05/01/markske-in-tijden-van-crisis-1-mei-dag-van-de-arbeid/

https://www.nuus.be/2020/05/02/markske-in-tijden-van-crisis-moemoe-vava-en-vokke/

https://www.nuus.be/2020/05/03/markske-in-tijden-van-crisis-het-vlaamse-televisielandschap/