1 mei is de dag van de arbeid. Ik stel dan ook voor om op 1 mei te werken en de rest van het jaar te doen alsof. 1 mei is eveneens de vaste datum voor het festival Roots & Roses. Dit heeft plaats in Lessines, een voorstadje van mijn geboortestad Everbecq.
Dit sympathieke festivalletje voor jonge en oude prettig gestoorde mensen biedt een unieke kruisbestuiving van punk, garagerock, blues, rockabilly, chickencountry, vettige funk. Heel uiteenlopende genres die in de mix dezelfde sfeer uitademen.
Een mix van door cowboyboots en combats platgetrapt gras en boterbloemen, van weeïg tentzeil, lekkere loempia’s, Moinette en Saison Regal. Het enige festival waar je probleemloos glazen flessen van 75 cl aankoopt, waar niemand om maalt. Het probleem van wegwerpbekers heeft zich hier nooit gesteld. In het voorjaar van vorig jaar heb ik het feest gemist door te veel herfst in mijn hoofd. Nu had ik er geweldig ‘veel piek op’, en zette corona een pad in mijn korf.
Het is die opwindende festivalgeur die je op alle festivals opsnuift. Van Werchter, tot Grasspop Metal, Rock Zottegem, Tomorrowland, het schlagerfestival in Kerkrade.
De schlagerfestivalgangers kunnen bovendien ’s anderendaags hun met een vochtig doekje gereinigde nieuwe schoenen van Torfs en Zalando retourneren in de daarvoor bestemde afhaalpunten.
Dat boterbloemgeil aroma. Ach, kon ik maar je -tot aan de heropening van Kruidvat én tijdelijk tot cultureel erfgoed gebombardeerde- deovrije stinkende oksels ruiken. Evenals je zweterige metsersvoren en hartenputjes, als gevolg van stevig heen en weer te wippen op beats en bassen. Niet dat ik er meteen een arm of een been zou voor afstaan. Een teentje kan ik missen, maar Stefaan Everts stelt zijn veto. Een teentje knoflook dan maar? Houdt bovendien de vuile virusvleermuis tegen.
Dus hier zit ik dan maar, op 1 mei, -een nearly outsourced working class hero- als ongekroonde koning van het graafschap Simplistica.
‘Wil je een boterbloemgeil aroma’ vraagt mijn madam ‘rij dan het gras af, ’t staat vol boterbloemen.’
‘Het is t é nat’, zeg Ik. ‘Ach zo, t é nat? Een slimme zot, dat ben je! Tam zweet!’
Lees ook:
https://www.nuus.be/2020/03/29/markske-in-tijden-van-crisis-hangjongeren/
https://www.nuus.be/2020/04/28/markske-in-tijden-van-crisis-pee-markie/
https://www.nuus.be/2020/04/29/markske-in-tijden-van-crisis-hoe-scheef-staat-mijn-muts/
https://www.nuus.be/2020/04/30/markske-in-tijden-van-crisis-je-komt-altijd-thuis/