Open brief van Directeur wzc De Vlamme: “Erger dan een oorlog?”

Positieve geluiden uit de woonzorgcentra worden systematisch genegeerd In april kreeg ik een telefoontje van een radiostation.

Open brief van Dieter Opdecam, Directeur wzc De Vlamme (Zottegem):

Of ik als directeur van een woonzorgcentrum kon getuigen hoe het er bij ons aan toeging. Uiteraard stemde ik toe. Bij het verkennend gesprek vertelde ik welke maatregelen we van in het begin genomen hadden — quarantaine, isolatie van residenten, diverse aanpassingen van de organisatie — en dat we de situatie volledig onder controle hadden. Er was geen covid-19-uitbraak in ons centrum, er was geen tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen; gezien de omstandigheden verliep alles vlot. De radiozender liet mij vervolgens weten dat mijn getuigenis niet langer nodig was. Mijn verhaal was niet sensationeel genoeg. De media focussen graag op alles wat fout loopt. Van de geschreven pers tot de televisie: de stemmen die chaos, angst, paniek, crisis, onwetendheid en onbekwaamheid benadrukken, komen het meest aan bod. Laatste hype: de situatie binnen de woonzorgcentra tijdens covid-19 vergelijken met de oorlog — meer specifiek: erger dan oorlog. Mooie en hartverwarmende verhalen van mensen uit de sector, worden (doelbewust?) genegeerd. Mijn verontwaardiging en ongeloof gingen naarmate de weken en maanden vorderden over naar boosheid en de noodzaak om mijn stem te laten horen. Een stem met een positief verhaal. Ik ben directeur van een woonzorgcentrum binnen de groep Armonea — een gevestigde Belgische speler. De Belgische leidinggevenden leerden uit de best practices van landen waar covid-19 eerder uitbrak. Al in februari kochten wij voldoende persoonlijke beschermingsmaterialen aan: gedurende de hele crisis was er van een tekort in al onze woonzorgcentra (bijna 90) geen sprake. Dagelijks bijgewerkte richtlijnen — o.a. met betrekking tot het bijhouden van stocks — bereikten ons als directeurs op een overzichtelijke manier, waardoor we heel snel voor elk van onze eigen woonzorgcentra konden schakelen, niet enkel op vlak van beschermende maatregelen maar evengoed op menselijk en sociaal vlak. Het installeren van praatboxen, het aanleveren van tablets voor Facetime-gesprekken tussen residenten en hun naasten: het ging als vanzelf. Armonea is erin geslaagd naar zijn voorzieningen snel een vertaalslag te maken van de steeds wijzigende overheidsrichtlijnen naar de praktijk, terwijl dit voor de individuele voorzieningen vaak een hele klus was. Ben ik bevoorrecht om directeur te mogen zijn van een fantastische equipe van hoofdverpleegkundigen, verpleegkundigen, zorgkundigen, onderhoudspersoneel, keukenpersoneel, woonleefteam, … die dagelijks het beste van zichzelf geven en een enorme creativiteit en flexibiliteit aan de dag leggen? Ben ik bevoorrecht om deel uit te maken van een prachtige organisatie waarbij samenwerken — niet alleen binnen de organisatie maar eveneens organisatie-overschrijdend — belangrijk is? Allicht wel. Ben ik als enige bevoorrecht? Zeker niet. Natuurlijk was het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Dat is onmogelijk gezien de aard en omvang van deze crisis. Ook bij ons heeft covid-19 zijn tol ge ëist op emotioneel, sociaal en psychisch vlak. Residenten die gedurende maanden geen fysiek contact hadden met hun geliefden, zoiets laat onbetwistbaar sporen na. Maar ook dit werd zo goed als mogelijk door onze medewerkers opgevangen. Extra personeel werd aangeworven in kin é, animatie en ergotherapie om dat gemis te compenseren. We vroegen en kregen hulp van studenten 1ste en 2de master Geneeskunde (UGent) om continue parametercontroles uit te voeren. Tal van bedankingen voor de goede zorgen van families en kennissen bereikten ons en zorgden ervoor dat we elke dag opnieuw met goede moed vochten voor het welzijn van onze bewoners, hen kwaliteitsvolle zorg aan te bieden en covid-19 buiten ons woonzorgcentrum te houden. Het begrip van alle betrokkenen was eindeloos. Dat er moet worden nagedacht over een andere vorm van financiering waarbij een flexibeler beleid rond het samenstellen van teams mogelijk kan worden gemaakt. Maar gratuite uitspraken zonder enige onderbouwing in de trant van ‘Schaf de woonzorgcentra gewoon af!’ zijn platvloers en volledig naast de kwestie. In de woonzorgcentra is een 24/7 permanentie nodig van verpleegkundigen. Dat vormt voor deze tak van de zorgsector een grote uitdaging. In 2017 bedroegen de openstaande vacatures voor verpleegen zorgkundigen meer dan 2.000 op een totaal van bijna 40.000 in het Vlaams gewest. In combinatie met de steeds toenemende vergrijzing zijn dit zorgwekkende cijfers. Bovendien zien we dat deze cijfers de laatste drie jaar alleen maar toenemen. Hier zal met andere woorden op een creatieve manier mee omgegaan moeten worden — maar laat dat nu net de kracht van onze sector zijn. Wij steken dan ook de hand uit naar de overheid om met de sector in overleg te gaan en samen creatieve oplossingen te zoeken die betaalbare kwaliteit verder kunnen borgen. Bevoegdheden op 1 niveau voor de woonzorgcentra kunnen mogelijks soelaas bieden. Maar één ding staat vast: zonder aandacht te schenken en te luisteren naar de positieve ervaringen en krachten binnen de sector, gaan de media — en met hen een groot deel van de samenleving — bij een volgende crisis opnieuw blindelings op oorlogspad.

Dieter Opdecam Directeur wzc De Vlamme (Zottegem)