Middenveldorganisaties vragen een sterk sociaal beleid. David Larmuseau (OCMW) reageert!


Enkele middenveldorganisaties uit Geraardsbergen hebben zich georganiseerd om de meest kwetsbaren een stem te geven. Ze roepen de politieke partijen op om een sterker sociaal beleid te voeren.

Middenveldorganisaties luiden de alarmbel
Hart boven Hard Geraardsbergen, Huurwinkel Geraardsbergen, CAW Oost-Vlaanderen, Welzijnsschakel ’t Steksken, Uit De Marge Geraardsbergen, Giesbaergske Koleuren Gazette en Regionaal Welzijnsoverleg Arrondissement Aalst (RWO ARA) hebben de hoofden bij elkaar gestoken om een aantal beleidsvoorstellen uit te werken en aan de politieke partijen — die aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnemen — te bezorgen.
‘Het sociaal beleid moet een prioritair beleidsdomein zijn. De middelen voor het OCMW dienen versterkt te worden en ook in andere sociale projecten en samenwerkingsverbanden moet er meer geïnvesteerd worden’, klinkt het. De krapte op de huurwoningenmarkt is één van de pijnpunten die dringend moet worden aangepakt. Iedereen heeft immers recht op een betaalbare huurwoning. Leefloners hebben recht op een aanpak op maat en de nodige juridische bijstand.

David Larmuseau (CD&V) — voorzitter van het OCMW — beseft dat Geraardsbergen een groot aantal kwetsbare inwoners telt. Hij onderstreept dat de negatieve trend aan het keren is. In een kort vraaggesprek licht hij het OCMW-beleid van de afgelopen jaren kort toe.

Hoe is het met de kansarmoede in deze stad gesteld?

“In Geraardsbergen ontvangt 6,7 mensen op de 1.000 inwoners een leefloon. Dit ligt iets boven het Vlaamse gemiddelde. Deze trend is sinds 2013 aan het dalen, gevolgd door een stagnatie. Het gemiddelde inkomen van onze inwoners ligt eveneens lager dan het Vlaamse gemiddelde, maar in vergelijking met steden van dezelfde orde, doen we het beter. Geraardsbergen heeft tevens een hoog cijfer op de kansarmoede-index van Kind en Gezin. Voor 2017 is de trend eveneens aan het dalen.
Geraardsbergen telt een groot aantal kwetsbare inwoners, maar het beleid doet de negatieve trends keren.”

Wat zijn de belangrijkste verwezenlijkingen van de afgelopen legislatuur?

“Het OCMW heeft de afgelopen jaren in aan aantal pijlers geïnvesteerd. We staan voor een verantwoorde solidariteit voor alle burgers. Het OCMW biedt een tijdelijk opvangnet. Daarnaast worden mensen professioneel begeleid om hun lot zo snel mogelijk in handen te nemen. Ten tweede doen we een heel stuk meer met minder geld. We geven eveneens een concreet antwoord op de vergrijzing door onze werking zowel kwalitatief als kwantitatief te optimaliseren, door o.a. te investeren in een duurzame renovatie van het woonzorgcentrum Denderoord en het aanbieden van een mantelzorgpremie.
Het OCMW koppelt de sociale steun aan de verplichting om werk te zoeken. De werkzoekenden krijgen een aanpak op maat. Zowat vierhonderd steuntrekkers doorlopen één of meerdere tewerkstellingstrajecten. Ten vijfde hebben we met het Huis van het Kind een deugdelijk instrument om de kinderarmoede tegen te gaan. Ook de werking van het Wijkcentrum de Poort   werd verder uitgebouwd.”

Waar liggen de beleidsprioriteiten voor de komende jaren?

“Uiteraard is het van belang om het huidige beleid verder te zetten, uitgebreid met een aantal nieuwe accenten. We moeten veel meer investeren in huisvesting. De participatie van kansarmen aan de maatschappij kan nog een stuk beter. Er moet nog meer aandacht gaan naar de individuele begeleiding van de cli ënten.   Met de volwaardige uitbouw van het Kind van het Gezin hebben we een goed instrument om van Geraardsbergen een kindvriendelijke stad te maken.”

Op welke manier kunnen kwetsbare groepen nog beter naar de arbeidsmarkt worden begeleid?

“Het doel blijft om alle steuntrekkers binnen de drie maanden een job aan te bieden. Wie niet aan het werk kan in het normale circuit doet minstens één dag per week vrijwilligerswerk in een gemeenschapsdienst. Om meer jobs te cre ëren en de vacatures sneller in te vullen, ook in de dorpen, heeft Geraardsbergen nood aan een ambitieus project Concordia 2030, waarbij met alle partners op het veld wordt samengewerkt.”

Hoe kunnen de organisaties uit het middenveld nog meer bij het beleid worden betrokken?

“De voorbije jaren is prioritair werk gemaakt van een structurele participatie van het middenveld. Meer zelfs. Het zijn de organisaties die in onderlinge overleg en consensus rechtstreeks vorm geven aan het beleid. Zo zetelen alle welzijnsgerichte organisaties in de stuurgroep van het Huis van het Kind. Het Wijkcentrum De Poort groepeert de organisaties gericht naar armoede en vereenzaming. Zo kan ik nog een aantal voorbeelden geven.”

Hartelijk dank voor het gesprek.

Julien Borremans