Anny Bert: Tante Ida

Ik ga wekelijks op bezoek bij tante Ida. Ze is de 90 voorbij en woont nog alleen, nog steeds, en dat al meer dan 40 jaar.

Ze is geen weduwe wel een gedumpte. Van dag één noemde ze zich zo sinds haar François koos voor een Congolese, met een roerende voorheffing die ik toen niet had, zo dreef ze haar zelfspot telkens op. Zelf ging ze nooit op zoek naar hem.  Wel kwam men haar vertellen dat het paar een fitnesscentrum had aan de rand van Kinshasa. Al wat ze antwoordde was : Ah, die rand die afgesloten is met bananenbladeren. Of haar François ooit een Françoise is geworden of een missionaris, of ze zijn urne ooit hebben leeggeschud in de Kongorivier en hij als voer diende voor de  krokodillen, of hij een voetbalploeg aan kinderen heeft achtergelaten of zaad had dat op de rotsen viel, het heeft haar altijd siberisch koud gelaten.

François stamde uit een groot gezin maar broers of zussen van hem zag ze nooit meer. Die zijn allemaal meegegaan naar de Kongo, zegt ze, allemaal samen met dezelfde boot, “De Schuinmarcheerder”. E én groot ticket was goedkoper.

Tante Ida is nog heel pienter en volgt het wereldnieuws op TV en radio en in de krant op de voet. Waar het hoofdstuk François en Co haar spottend maar tolerant stemt, is de actualiteit voor haar een bron van ergernis, een soort van voedingssupplement dat ze op gezette tijden tot zich moet nemen.

De regelmatige porties voetbal die men haar via TV de strot induwt, prikkelen haar uitermate net als de stem van Annemie Struyf, de humor van Urbanus, de gilletjes van Marc Marie, de lip van Jan Jaap, de haarsnit van Jeroom, het ADHD-gehalte van Linda De Win.

Bij mijn wekelijks bezoek dient haar oprit voor een snelle algemene  repetitie van het actueel gebeuren van die laatste dagen. Het migratiepact ! Wie, wat, waarom. Theresa May en haar brexit ! Ben ik voor of tegen en waarom. Klimaatspijbelen ! Zin en onzin.

Deze week echter laat ze me de tijd niet voor een normale begroeting, zelfs een “Hoe is ’t hier nog ?” krijg ik er niet tussen want haar grieven hebben nooit zo gereed gezeten  aan  de oppervlakte. Ze schijnt haar voedingssupplement vervangen te hebben door krachtvoer voor honden en wat later zelfs door dat voor paarden.

Ze dacht, ze dácht tenminste, dat kinderen in het basisonderwijs leerden rekenen, optellen, vermenigvuldigen en breuken herleiden. Dat ze gedurende 6 jaar hun moedertaal ontwikkelden, konden schrijven, hoor je me : schrijven, zinnen, met hoofdletters en leestekens en niet zoiets als W8ff   of nog:   pls, wdj vnvd of nog dit om tante Ida te begrijpen kwn, lm . Ja tante Ida : is gwnzo ! Even verduidelijken, jij die wat achterophinkt, jij die nog opstellen schreef en nu nog doodgewoon schrijft Wacht even ! Please, wat doe je vanavond ? ‘k Weet het niet, laat maar. Is gewoon zo…

Ze moet even op adem komen. Ze dreigt haar pacemaker in de totale vernieling te praten.

Zo dacht ze ook dat kinderen in het basisonderwijs geschiedenis en aardrijkskunde en wetenschappen moesten verwerken, in haar tijd zelfs 6 dagen per week.

Tante Ida lult niet uit haar nek, om het met een term van de huidige jeugd te zeggen. Ze weet wat ze vertelt want zelf was ze jarenlang “onderwijzeres” maar zo erg onder wees men in die tijd niet…Later werd ze directrice.

Ik vraag me nog steeds af waarheen tante Ida met me wil. Ze heeft me al via de regel van 3 naar het hulpwerkwoord en het koppelwerkwoord geleid dwars door het wapengekletter van de vele oorlogen en tot slot beland ik met haar in de Brennerpas waar een Vlaamse bus met kinderen uit het basisonderwijs een nacht geblokkeerd zat, kinderen van amper 10 die met de school gaan ski ën waren. Of ik haar wel goed hoorde ? Dat deed ik want ik had bij het lezen van de krant toen ook de wenkbrauwen gefronst. Tante Ida had meer gedaan. Ze vroeg zich af wat kinderen van de lagere school in Oostenrijk waren gaan doen : het verschil leren tussen korrelsneeuw en poedersneeuw ? Of het verschil tussen een groene piste en een blauwe en een rode en een zwarte ?Leerrijk ! Interessant ! Vraag hun naar de kleuren van de Vlaamse en van de Waalse vlag en de provincies met hun hoofdstad, dan bekijken ze je alsof ze uit Oostenrijk een lawine horen naderen.

Precies een week eerder hoorde en las ze nog dat de kinderarmoede onrustwekkend toeneemt in Vlaanderen. Die directies moeten het er bij heelwat kinderen nog wat meer inpeperen dat hun ouders zich geen sneeuwklassen in Oostenrijk en een nieuwe aangepaste skioutfit kunnen permitteren, zei ze, orakelde ze. Vertel jij het als moeder maar eens aan een kind dat het niet meekan naar de sneeuw omdat je te arm bent…

Maar dat doe ik niet. Ik laat de stemverheffing over aan tante Ida. En ze heeft bovendien nog gelijk ook.  En ik wacht vol spanning af wat het volgend bezoek brengt. Tante Ida’s kleuren een bestaan dat wat uni oogt.