Anny Bert: Ze zijn zo lief, meneer

Ik hou van kinderen. Kinderen houden van mij. Of is dat een statement dat ook voor katten geldt ?

Misschien wel want nagenoeg elke dag, tegen valavond, dwarst een exemplaar mijn grasperk en kijkt daarbij onderzoekend naar binnen, dwars door een dubbele laag glas tot in mijn ziel, enkelgelaagd.

Soms is ze zwart, draagt een rood halsbandje, peuzelt de brokjes vet op die ooit de borst van een eend sierden en verdwijnt zonder dankbaar op te kijken. Ik noem haar Zwartje. Even later beweegt de struik azalea en toont zich een poes, een zwarte, zonder rood bandje, en dat is niet Zwartje die net een douche heeft genomen en haar attributen heeft afgelegd. Ze blijft pal op de grasrand staan, ziet me achter het glas en boven haar kop verschijnt een tekstballonnetje met daarop : Fuck, voor mij is er niets ! Ik noem haar Zwart.

Als de zon al op Snooze staat, is die andere er weer, die sneeuwwitte die ik eerst Ocharme noemde omdat haar beide oortjes waren afgeknipt. Later vertelde Wikipedia me dat ze die oortjes al van bij de geboorte heeft, dat er op haar doopkaartje zelfs Scottish Fold stond, vouwoorkat. Die schijnt wat meer voor me te voelen dan haar zwarte rivalen want ze komt dichterbij. Zodra ik echter hetzelfde wil doen, is ze verdwenen, richting Schotland.

Zoiets overkomt je niet als je kiest voor kinderen, voor veel kinderen. Het mogen er gerust 20 zijn zoals de Radfords in het Verenigd Koninkrijk. Heeft dat echtpaar geluk zulk rijk kroost rond zich te hebben, zich geborgen te voelen tussen pubers en kleuters en peuters en baby’s en spartelende wezentjes nog in de moederschoot. Ik zie het me zelf al doen : ’s morgens heel vroeg me laten uit het warme bed rollen want nummertje 15 of is het al 16 is onderweg en dat is niet van een bedevaartoord voor hulp en soelaas. Manlief is al naar de nachtwinkel om 8 broden en 10 flessen melk. Voor de moedermelk van de allerjongste en bijna-voorlaatste zorg ik zelf wel.  Het bleef bij pogingen van de vader voor een eigen melkproductie…

Als ik in de woonkamer kom, weerklinkt reeds muziek die me enkel vrolijk kan maken, Morgenstimmung van Grieg. Maar vrij vlug kiest een van de tieners voor Leef van Andr é Hazes en nu is het hek pas echt van de dam.  De vloer schijnt het buitendek van een oude schuit waarop een storm beukt en alles schuift.  Leef alsof de morgen niet bestaat… Nee, Andr é, ik wil die morgenden voor geen geld missen. Als ze straks de deur uit zijn en de kleinsten liggen weer in bed, wacht het spelletje Vier op een rij, jawel, viermaal een wasmachine laten draaien. Zalig ! En zeggen dat mijn voorouders al dat linnen met de hand moesten proper zien te krijgen.

Omdat de kinderbijslag ook mooi in twee gelijke delen is gesplitst, binden bij avond nog vier wasmachines de strijd aan tegen vuil en bacteri ën. De Federale   Kas had namelijk gevraagd haar boekhouding wat te ontlasten door de helft van ons kroost op naam van de vader, de andere op mijn naam te registreren. Kinderbijslagambtenaren zijn ook maar mensen.  En ik heb wat met mensen maar heel veel met katten. Het raakt me als een moederpoes plots de zorg voor 6 kittens op haar bord krijgt, ongewild, zonder jawoord. Ze weet zelfs niet of de vader-dader uit de keuken van de notaris kwam of uit het keldergat van caf é De Onrechtvaardige Rechters. Wat kan het haar verdommen als ze maar melk genoeg heeft voor zes hongerige telgen.

En zeggen dat mensenkinderen kiezen voor een gezin XXL zoals de Radfords in het Verenigd Koninkrijk. Twintig stuks begot ! Zulk leger aan kinderen leg je niet aan de zes tepels van een moederpoes. Een boer met dergelijke familie in zijn buurt mag direct zijn melkquota aanpassen, wat Europa ook oplegt. Quota op de omvang van het gezin volgt misschien na de brexit, in 2025.

Stel je maar even dat morgenritueel voor rond de ontbijttafel, ook al is nog maar amper de helft van de familie neergedaald, die helft die in de linkervleugel van je woning een onderkomen heeft gevonden. De rechtervleugel mag wat langer slapen en tegen die tijd heb je als moeder meer dan een dozijn brooddozen gevuld, meer dan een dozijn boekentassen en rugzakjes op de oprit klaargezet net achter de twee minibusjes. Tussendoor heb je ook in een bijkeukentje je magistraal ontbijt verorberd naar heerlijke receptjes van Pascale Naessens met rijkelijk wat noten en pitten en granen en vers fruit en met als achtergrondmuziek Leef met Andr é Hazes. Als de brave man je echter de raad geeft : En ga a a a a. Pak alles wat je kan en ga a a a , dan spoed je je naar boven om de achterblijvers te halen : de tweeling en een paar enkelingen.

Ik hou wellicht niet van veel kinderen.

Veel kinderen houden wellicht ook niet van mij.   Ze geven me het gevoel dat ik op het dek sta van een oude schuit waartegen een zware storm beukt en die vervaarlijk gaat slingeren…

Maar lief zijn ze wel.