#ikbenbereikbaar

“Als alles wat minder goed gaat, schrijf dan een brief.”

Ik ben een rots! Ik lach met brandingen. Een eik! Geen najaarsstorm beukt mij uit mijn lood! Zo is dat! Of zo was dat? Want ook deze kathedraal davert al eens op zijn goddeloze grondvesten in dwaze tijden. En als het even wat minder goed gaat, dan schrijf ik een brief.

Ik schreef brieven aan mijn vader. Naar goede gewoonte op Allerheiligen. Over de grote levensvragen en hoe ze te beantwoorden. Over roken en hoe er mee te stoppen. Dit jaar heb ik nog geen brief geschreven. Ik heb geen grote vragen meer. En stoppen met roken zal voor na deze pandemie zijn. Hij neemt me mijn late brief niet kwalijk. Eens het tijdelijke voor het eeuwige ingeruild, wordt vertraging op een prior zending minder belangrijk.

Ik schreef brieven aan vrouw en lief. Over hoe het me speet. Hoe mooi ze waren. En hoe graag ik ze zag. Brieven die ik beter wel had verstuurd. Of voorgelezen. Het had me vandaag een pak prefixen als “ex”, “voormalig” en “ooit” uitgespaard.

Ik schrijf brieven aan mezelf en steek ze ergens in een kast of doos. Of sla ze op in de virtuele wolk, waar ze dan jaren blijven hangen. Ze liggen daar goed. Ik hoef ze niet direct te herlezen. Later misschien. Als ik oud zal wezen en vergeten ben wie ik was en wie jullie waren. Het wordt een mooi weerzien.

Vandaag schrijf ik een brief aan ieder die het moeilijk heeft. Verzorgers en zij die zorg behoeven, ouders en hun kinderen, alleenstaanden en vrijgezellen, matig en gevorderd eenzamen en hun beperkte achterban.

Als alles even wat scheef zit, schrijf dan een brief. Maakt niet uit of je hem verstuurt of niet, maar schrijf hem. En als je hem dan per se toch wil versturen en je weet niet naar wie, stuur hem dan naar mij. Op papier of virtueel. Ik zal hem lezen.

#ikbenbereikbaar.