“Liber Amicorum” voor prof. em. dr. Stefaan Van Crombrugge, een geboren Geraardsbergenaar


Prof. dr. Stefaan Van Crombrugge


Geraardsbergen. Zoals elke stad heeft Geraardsbergen zijn bekende, historisch uitzonderlijke ” figuren”. Ik vermeld er slecht één: Joannes van Waesberghe (1603-1632), auteur van “Gerardimontium sive altera imperialis Flandriae metropolis ejusque castellania” (1627), een nog steeds zeer belangrijke bron voor wie het verleden van de Oudenbergstad wil bestuderen. Alleen al aan die publicatie is het te danken dat van Waesberghe zal blijven leven. “Scripta manent”: zijn geschriften blijven…

Een geboren Geraardsbergenaar werd in de jaren tachtig van vorige eeuw professor in de rechten aan de Gentse Universiteit waar hij schitterend werk leverde. In december 2020 haalde hij zijn emeritaat en werd hij bedacht en gehuldigd met een “Liber Amicorum”, een vriendenboek waarin collega’s en vrienden een bijdrage schreven. Dit   lijvige exemplaar levert het bewijs dat die oud-Geraardsbergenaar de tijden zal trotseren.

Klasgenoot Brice De Ruyver
We hebben het over Stefaan Van Crombrugge die in Geraardsbergen werd geboren in 1955. Eerst moet ik iets zeggen over de Vlaamse voornaam “Stefaan”. Toen hij zijn zoontje op het stadhuis ging “aangeven” liet de trotse vader de naam “Stefaan” noteren. De jonge moeder had echter de Franse versie “St éphane” verwacht, een niet voor herhaling vatbaar misverstand… Toen een jonger broertje negen jaar later het levenslicht zag, kreeg dat de Franse voornaam “Philippe”.

Tijdens zijn schitterende studies in de Grieks-Latijnse humaniora van het plaatselijke Sint-Catharinacollege had hij Brice De Ruyver (1954-2017) uit Lierde als klasgenoot. De Ruyver werd prof aan de Gentse Universiteit en “architect van de politiehervorming”.

Zoals zijn klasgenoot Brice werd ook Stefaan professor aan de Gentse Rijksuniversiteit waar hij een schitterende carrière uitbouwde. Nadat hij in 1978 het diploma van licentiaat in de rechten behaalde, bekwaamde hij zich nog twee jaar in het fiscaal recht, de accountancy en het bedrijfsrecht. In 1980 werd hij assistent, aanvankelijk in het vakgebied economisch en financieel recht (bij prof. dr. G. Schrans) en nadien in het vakgebied fiscaal recht (bij prof. dr. Ignace Claeys Bouuaert). In 1984 werd hij doctor in de rechten met een proefschrift over de juridische en fiscale eenheidsbehandeling van vennootschapsgroepen. In 1986 werd hij docent en kort daarna gewoon hoogleraar aan de RUG. Hij doceerde er o.m. fiscaal recht, grondige studie van fiscaal recht, internationaal fiscaal recht, Europees fiscaal recht… Hij was er ook voorzitter van de vakgroep belastingrecht.   Door zijn geschriften en zijn academisch werk zal hij blijven leven…

Emeritaat
Op 1 oktober 2020 verliet hij officieel de universiteitswereld en werd hij toegelaten tot het emeritaat. Naar aanleiding daarvan hebben zijn collega’s en opvolgers aan de RUG hem gehuldigd met een Liber Amicorum. Gezien zijn ruime interesse voor het fiscaal recht en aanverwante rechtsdomeinen, is het een gevarieerd boek geworden. Met zowat dertig bijdragen over de grondbeginselen van het fiscaal recht, de procedurele aspecten, de raakvlakken tussen fiscaal recht en boekhoudrecht, het Europees en het internationaal fiscaal recht… Kortom een rijk palet aan onderwerpen dat de veelzijdigheid van de gevierde illustreert, en al wie het fiscaal recht na aan het hart ligt, ongetwijfeld zal kunnen bekoren.

Uit de inleiding van het “Liber Amicorum”   halen we een veelzeggende passage.

‘Stefaan Van Crombrugge heeft een naam als een klok in de fiscaal-juridische wereld. Wie beroepshalve met fiscaliteit en boekhoudrecht te maken heeft, kent ongetwijfeld zijn boeken en bijdragen waarin hij vlijmscherp het fiscaal recht analyseert en naar zijn essentie herleidt. Hij heeft zijn hele professionele leven gewijd aan het fiscaal recht en de accountancy. Hij is altijd wetenschapper gebleven. Hij stond mee aan de wieg van het Tijdschrift voor Rechtspersoon en Vennootschap waarin hij onder meer de kroniek boekhoudrecht verzorgt en waarin hij tientallen bijdragen schreef. Hij is auteur en/of editor van verschillende boeken, gastauteur in vele ‘libri amicorum’, auteur van tal van bijdragen in de juridische ‘vakpers’, en decennialang trouw redacteur van de fiscale nieuwsbrief Fiscoloog en de boekhoudnieuwsbrief Balans. Tot zijn onvolprezen ‘klassiekers’ behoren De Grondregels van het Belgisch fiscaal recht en de door tal van studenten doorploegde Beginselen van de vennootschapsbelasting.’

In alle nederigheid moeten we toegeven dat deze geboren Geraardsbergenaar zich specialiseerde in een materie die een gewone sterveling als wereldvreemd moet beschouwen.

Albert Schrever