Veronique en Kurt hebben al 25 jaar hun bakkerij: ‘We zijn vergroeid met onze bakkerij en Idegem. Daar ligt ons geluk.’

‘Er is veel veranderd, maar zondag blijft patekesdag.’


Idegem. Kurt Callens (56) en Veronique Vlassenbroeck (59) baten hun bakkerij al vijfentwintig jaar in Idegem met succes uit. ‘Vroeger waren er drie warme bakkers in Idegem, nu is er nog maar één’, geeft Kurt mee. Het is een heel zware, maar mooie stiel. Als bakker heb je ook een sociale functie’, vertelt Veronique. De warme bakker is een sociale bakker. Hij moet voeling met de klanten en de omgeving houden om te weten wat er leeft. Veronique en Kurt hebben steeds met succes hun zaak met de opvoeding van hun twee kinderen kunnen combineren.

De bakkerij van Kurt Callens (56) en Veronique Vlassenbroeck (59) op de hoek van de Bareelstraat en de Heirweg te Idegem bestaat 25 jaar. ‘Al die jaren bakken we alles zelf en maken we onze eigen patisserie’, getuigt Kurt. Veronique verzorgt de relatie met de klanten, terwijl Kurt het ambachtelijke deel voor zijn rekening neemt.

‘Ik heb de stiel geleerd bij patissier Marcel. Hij had toen een bakkerij in de Grotestraat. Vier jaar heb ik bij hem onder leercontract gewerkt. Na mijn legerdienst heb ik bij verschillende bakkers gewerkt, waaronder een industriële bakkerij. Na mijn uren bakte ik thuis voor vrienden, buren en mensen uit de buurt, maar al vlug zei mijn vrouw dat ik te veel hooi op mijn vork nam en dat ik maar beter kon kiezen’, getuigt Kurt. ‘We woonden toen al in de Bareelstraat en wisten dat de winkel – waar onze huidige bakkerij is gevestigd – leeg stond. Toen was het een beenhouwerij’, vult Veronique aan.

De opmars van de industriële bakkerijen
Veronique en Kurt kochten de beenhouwerij en bouwden die om tot een bakkerij. ‘Ik geef toe dat het een risico was. We hebben er al onze centen ingestoken. Mijn vrouw heeft me toen over de streep getrokken’, vertelt Kurt. Achteraan moest er nog een ruimte voor o.a. de oven worden bijgebouwd. Veronique en Kurt hebben twee kinderen, een dochter en een zoon. ‘Mijn zoon heeft ook voor bakker geleerd, maar oefent de stiel niet uit’, geeft Kurt nog mee.  De bakkersstiel is zwaar. ‘Ik werk gemiddeld zestien uur per dag. In de week begin ik om negen uur ’s avonds en werk ik door tot ’s morgens. Op vrijdag start ik zelfs om vier uur in de namiddag. Ik werk ongeveer 80 uren per week. Wie wil dat nog doen?’ vraagt Kurt zich luidop af. ‘Is dat nodig om zoveel uren per dag te werken?’ vraag ik aan Kurt. ‘Als je alle dagen verse, goed verzorgde en kwaliteitsvolle producten wil aanbieden, dan moet je niet kijken naar een uurtje werken.’ Wat ’s avonds niet is verkocht, wordt opgehaald voor de kinderen van Home Magnolia.

De concurrentie met de industriële bakkerijen is zeer groot. ‘Ze hebben het voordeel dat ze een groot aanbod hebben. Ze bevoorraden de ganse streek. Uiteraard zit het verschil in de kwaliteit van de producten die worden verwerkt. Ambachtelijke bakkers gebruiken degelijke producten, zoals boerenboter en melk van bij de boer. Dat maakt het verschil.’ De warme bakker wordt met uitsterven bedreigd en moet plaats maken voor de massaproductie van de industriële bakker. ‘Jongeren kiezen voor een nine-to-five job. Het harde labeur van de ambachtelijke bakker is nog voor heel weinig jongeren weggelegd’, vult Kurt aan. ‘Vroeger waren er drie warme bakkers in Idegem. Momenteel zijn wij nog de enige.’

‘Ik denk dat de warme bakker op termijn steeds meer de duimen voor de industriële bakker zal moeten leggen. Als beginnende bakker zijn de investeringen enorm. Alleen al een oven kost stukken van mensen. Ook de normen en de wetten zijn niet van de poes.’ Je moet als beginnende bakker al een kapitaaltje achter de hand hebben. Grote industriële bakkerijen kunnen beginnende bakkers relatief makkelijk uit de markt concurreren. ‘Als beginnende bakker heb ik tot onze laatste cent in de nieuwe zaak gestopt. Dat is toch een risico? Stel je voor dat het niet lukt…’ ‘Je moet ook rekening houden met het feit dat de kost van de basisproducten fel is opgeslagen. Palmolie is flink duurder geworden.’

De polsslag van de buurt
‘Als koppel moet je goed op elkaar ingespeeld zijn. Je moet een degelijk tandem vormen. Als één van de twee de rol lost, dan wordt het moeilijk, zo niet onmogelijk’, geeft Kurt mee. ‘In het weekend komen er nog enkele studenten helpen. We vormen een goed team.’

Als bakker voel je de polsslag van de buurt. ‘Ik ben geboren en getogen in Idegem. Heel wat van onze klanten hebben soms wel eens de behoefte in een babbel. Als bakker heb je ook een sociale functie’, vertelt Veronique. De warme bakker is een sociale bakker. Hij moet de voeling met de klanten en de omgeving behouden om te weten wat er leeft. ‘Het innige en soms intense contact met de klanten vormt toch wel een belangrijke motivator om ons blijven in te spannen.’ Het netwerk van een bakker mag je niet onderschatten.

‘Als bakker voel je ook de veranderingen in het gemeenschapsleven goed aan. Zo zijn de laatste jaren de familiefeesten sterk afgenomen. De hoogdagen worden nog goed gevierd, maar met de kermissen gaat het sterk bergaf.’ ‘Dat komt omdat er veel nieuwe inwijkelingen in Idegem komen wonen. Vroeger kende iedereen elkaar, maar dat is door de inwijking sterk afgenomen’, vult Veronique aan.

‘Merk je dat de laatste jaren de smaken geëvolueerd zijn?’ vraag ik. ‘Het assortiment aan bruinbrood is de laatste jaren enorm toegenomen. Vroeger aten de mensen veel meer wit brood, maar daar is al jaren een kentering aan de gang. Wat de taarten betreft, komen de meeste klanten nog steeds voor de klassiekers. De bavaroistaarten hebben heel wat minder succes dan vroeger. Ook de klassieke fruitbiscuits doen het nog goed. Zondag blijft patekesdag. De mattentaart blijft populair. Veel klanten komen van ver om die aan te schaffen.’

‘Weegt de zware arbeid en het chronisch gebrek aan slaap niet op de gezondheid?’ ‘Ik hoop het toch nog een aantal jaren te kunnen volhouden. Momenteel voel ik me goed. Mijn vrouw krijgt het moeilijker.’ ‘Ik werk van ’s morgens vijf tot ’s avonds halfzeven. Het gaat me niet meer zo goed af’, bedenkt Veronique zich.

‘Hoelang denk je het nog vol te houden?’ ‘Zolang de gezondheid het toelaat. Ik doe het nog steeds met heel veel passie en liefde.’ ‘Wat is jouw boodschap aan beginnende bakkers?’ ‘Begin klein en bouw je zaak stapje per stapje uit. De kans is groot dat je door overinvesteringen overkop gaat. Ik ben begonnen met tweedehandsmateriaal. Stelselmatig hebben we investeringen gedaan en hebben we ons machinepark vernieuwd. Je kan momenteel zowat het ganse bakproces automatiseren, maar de kost is enorm. Dat is eigenlijk voor grote, industriële bakkerijen weggelegd.’

Liefde voor de stiel
‘Wat is het geheim van een goede bakker? In eerste instantie is dat de stielkennis. Als bakker moet je bijzonder goed georganiseerd zijn en ook een goede timing hebben. Je moet ook alleen kunnen werken. Maar in eerste instantie is het natuurlijk de liefde voor de stiel en de tevredenheid van de klant. Mijn uitgangspunt voor een geslaagd product is dat ik zin zou hebben om het zelf te kopen.’

‘Mijn toekomstplannen? Zolang mogelijk blijven bakken. We blijven verknocht aan onze bakkerij en Idegem. Daar ligt ons geluk.’

Julien Borremans