Anny Bert: Middenin tussen zwart en wit: grijs

  • Hallo ! Met Bistro Egmondvol ! Goeie middag !
  • Bla bla, bla bla bla, bla bla
  • Sorry mevrouw, maar onze keuken is enkel nog ‘s avonds open.

Voilà ! Nog maar eens. Zware maaltijden in de avond heeft de dokter haar formeel verboden. Trouwens, ook zonder dat verbod weet ze bij het slapen, of beter bij het wakker liggen, dat die cassoulet of die zeevruchtenschotel een plan smeden om haar maag te verlaten en het dessin van haar donsdeken grondig te wijzigen. Daarbij komt dan die bokshandschoen van Junior Bauwens, zijn grootste model, die op haar middenrif beukt.

Ze gaat voor de spiegel staan en haalt de vingers door het grijze haar. Jawel, denkt ze, dat ben jij, zo grijs als een duif en gearriveeed in een grijze schemerzone. Gelukkig hebben ze er een naam voor gevonden : de vergrijzing. Maar meer dan een naam houdt het fenomeen niet in.

Nog vorige week was ze van plan haar woede bot te vieren op haar krantenabonnement. Laat me niet lachen, dacht ze toen, maar geen spier, niet de kleinste zenuw op haar gezicht bereidde zich voor op de lachpositie. Integendeel, haar colère, Frans of Vlaams, groeide nog aan toen ze het artikel een tweede keer las.  Bejaarde Engelse toeriste door kusttram gegrepen.  Toen de 69-jarige Mary Clever in Oostende…

Alsof het minder erg is dat men de tram moet optillen voor een oud dametje dan voor een giecheltrut van 19.  Misschien heeft men zelfs ooit op de krantenredactie een vergadering belegd met als thema de hamvraag : Van welke leeftijd maken we hem als krant “bejaard” ? Misschien werd toen met vingeropsteken of met handengeklap gekozen voor 65. Iedereen akkoord ? 65 !

Nog diezelfde avond was ze vanuit haar luie zetel op stap met Lieve Blancquaert naar Sun City in Arizona, het kunstmatig seniorenparadijs. Ze zag oude kwieke dames, 90-ers zowaar, een spagaat uitvoeren, doodsimpel, oeps een been richting bar en een ander, oeps richting golfterrein. Een slangenmodel in een strak blauw pakje met een botoxgevel en mooi gekapte blonde lokken sloeg haar met verstomming. Ze verhoogde het geluidsvolume van haar TV om zeker die krak te horen toen het dametje die gespreide benen terug bijeen zou willen krijgen. Zelfs een binnenstormende Sun-Cityspoeddienst daagde niet op om haar als een kniptang terug dicht te plooien. Voor ze het wist stond de menselijke boa overeind zonder zelfs een lange rits te moeten dichttrekken of met een grote velcro deel 1 bij deel 2 te houden. In het seniorenreservaat kon dat. Maar nooit viel het woord bejaarde. Misschien verscheen er geen krant in Sun City of reden er geen trams.

Tot voor een paar jaar maakte ze met haar vriendin wekelijks een citytrip ergens in Vlaanderen : wat bekijken, wat aanpassen, wat eten, wat kuieren. Ze voelden zich nog jong, nog zalmkleurig, nog citroengeel naar hun outfit van de dag. De trein ging met hen, de trein bracht hen terug. Tot zalmroze meer en meer overliep in artrose en het in- en uitstappen een pijnlijk gebeuren werd. Zijzelf dateerden van ver uit de vorige eeuw, aan de Zottegemse perrons echter waren Pieter de Coninck en Jan Breydel nog komen helpen, op aanraden van hun grootvaders die ooit de eerste spadesteek hadden uitgevoerd.

Toen ze eens Antwerpen op hun lijstje hadden aangestipt, namen ze eerst de bus naar Hillegem waar ze in een modern stationnetje, niets meer dan een halte, comfortabel artrose de baas konden. In een L-trein, niet de L van lullig, wel van lokale, tuften ze naar Brussel en verder naar de Zoo. In Antwerpen hadden ze nog net de tijd om in een blitsbezoek bij de mensapen hun beklag te gaan doen.

Hun volgende en allerlaatste uitje, ze gingen eens naar Roeselare, deed de deur voorgoed dicht. Ze had haar crèmekleurig broekpak aangetrokken, de vriendin was azuurblauw, haar outfit althans.

Bij een onderhoudsbeurt in het NMBS-depot moesten ze de opstap wat te heet hebben afgewassen want die leek nog smaller en vooral nog hoger. Ze dribbelde en zette af zoals ze dat Thiam zag doen maar enkel een flinke duw door een alerte treinconducteur tegen haar crèmepoep tilde haar naar hogere regionen.

Terug in Zottegem had ze de diepte van het perron toch niet zo goed ingeschat en ze belandde op haar beide knie ën, in gebedshouding, zonder matje en niet gericht naar Mekka.

Haar besluit stond vast : geen treinreisjes meer voor haar.

Toen ze bij thuiskomst haar brievenbus ledigde, stak er een prachtige brochure in over assistentiewoningen. Al waren haar crèmeknie ën plots opvallend grijs geworden, kleur van het Zottegems perron, en al zat er nog wat grijze kiezel in haar eigen geschaafde knie ën, ze vatte toch wat moed bij het zien van de folder. Die toonde een rijk aanbod aan geschikte woongelegenheden voor de grijzende meute. Als ze nu eens wat informatie inwon. Dat kon. Op  www.grijsenwijs. Maar ze werd www-loos ouder !

Weer voelde ze die bokshandschoen in volle middenrif, zonder laat en zwaar tafelen.

Ze dook in haar doos met kranten en reclames én verkiezingsfolders op zoek naar een geschikte partij want ze wilde stemmen op grijs.